ver·der2 [vɛrdər] ADV
1. verder (vergrotende trap van ver):
3. verder (voorts):
4. verder (overigens):
5. verder:
-
verder (voortzetten van de handeling)
-
verder (als voorvoegsel bij werkwoorden)
-
weiter-
-
verder (als voorvoegsel bij werkwoorden)
-
fort-
-
verder lezen