Translations for „verpletterde“ in the German » Dutch Dictionary

(Go to Dutch » German)

ver·ˈplem·pern¹ VB trans inf

verplempern

verkwisten

verplempern

verknoeien

ver·ˈplap·pern VB refl inf

verplappern

zich verpraten

verplappern

z'n mond voorbijpraten

ver·ˈpet·zen VB trans inf pej SCHOOL

verpetzen

verklikken

ver·ˈpes·ten [fɛɐ̯ˈpɛstn̩] VB trans pej

verpesten

verpesten

verpesten

bederven

ver·ˈpla·nen VB trans

1. verplanen (falsch planen, falsch berechnen):

verplanen

verkeerd plannen [o. organiseren]

2. verplanen inf (für etw vorsehen):

verplanen

(volgens plan) indelen

verplanen

volboeken

verplanen

plannen

Kom·ˈpost·er·de N f

Komposterde

compost

Ver·ˈpäch·ter(in) <Verpächters, Verpächter> N m(f)

Verpächter(in)

verpachter(verpachtster) m (f)

ver·ˈput·zen VB trans

1. verputzen (mit Putz versehen):

verputzen

berapen

verputzen

bepleisteren

2. verputzen inf (aufessen):

verputzen

verorberen

3. verputzen inf (vergeuden, verschenken):

verputzen

verkwisten

verputzen

opmaken

4. verputzen inf SPORTS (fertigmachen):

verputzen

inmaken

ver·ˈpat·zen VB trans inf

verpatzen

verknoeien

verpatzen

verprutsen

ver·ˈpul·vern VB trans inf fig

verpulvern

verkwisten

ver·ˈpach·ten VB trans

verpachten

verpachten

verpachten

in pacht geven