Dutch » German

ge·stor·ven VB

gestorven volt. deelw. van sterven¹, sterven², sterven³

See also sterven , sterven , sterven

ster·ven2 <stierf, i. gestorven> [stɛrvə(n)] VB trans (op de genoemde wijze overlijden)

ster·ven1 <stierf, i. gestorven> [stɛrvə(n)] VB impers ww (vol zijn met)

af·ge·slo·ten [ɑfxəslotə(n)] ADJ

af·ge·stompt [ɑfxəstɔmt] ADJ

1. afgestompt (stomp van geest):

2. afgestompt (niet puntig):

af·ge·lo·pen1 [ɑfxəlopə(n)] ADJ

af·ge·bro·ken [ɑfxəbrokə(n)] ADJ

1. afgebroken (geen volle zin vormend):

af·ge·trok·ken [ɑfxətrɔkə(n)] ADJ

ge·kor·ven VB

gekorven volt. deelw. van kerven¹, kerven²

See also kerven , kerven

ker·ven2 <kerfde/korf, h./i. gekerfd/gekorven> [kɛrvə(n)] VB intr

1. kerven (snijden):

2. kerven (vezelig worden):

ker·ven1 <kerfde/korf, h. gekerfd/gekorven> [kɛrvə(n)] VB trans

1. kerven (inkepen):

2. kerven (uitsnijden):

ge·wor·ven VB

geworven volt. deelw. van werven

See also werven

af·ge·stampt [ɑfxəstɑmt] ADJ

af·ge·tobd [ɑfxətɔpt] ADJ (van zorgen)

af·ge·zien [ɑfxəzin]

af·ge·le·gen [ɑfxəleɣə(n)] ADJ

af·ge·me·ten [ɑfxəmetə(n)] ADJ

1. afgemeten (in de juiste maat afgepast):

2. afgemeten (stijf; voorzichtig):

af·ge·trapt [ɑfxətrɑpt] ADJ

af·ge·traind [ɑfxətrent] ADJ


Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski