Dutch » German

Translations for „betalen“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

be·ta·len1 <betaalde, h. betaald> [bətalə(n)] VB trans

1. betalen:

betalen (waren, diensten, huur)
betalen (som, prijs, bedrag)
betalen adm.
contant betalen
iem betalen
mag ik even betalen?
niet te betalen prijzen
de rekening betalen

2. betalen (vergelden):

betalen
betalen

be·ta·len2 <betaalde, h. betaald> [bətalə(n)] VB intr (geld opleveren)


Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski