Dutch » German
You are viewing results spelled similarly: uitloper , uitlopen , uitloven and uitloten

uit·lo·per <uitloper|s> [œytlopər] N m

1. uitloper (tak van een bergketen):

2. uitloper plantk.:

uit·lo·pen1 <liep uit, h./i. uitgelopen> [œytlopə(n)] VB intr

7. uitlopen (meer tijd in beslag nemen):

8. uitlopen (door wrijving uitslijten):

ausleiern inf

uit·lo·ten <lootte uit, h. uitgeloot> [œytlotə(n)] VB trans

1. uitloten (door loten uitsluiten):

2. uitloten (door loting trekken):

uit·lo·ven <loofde uit, h. uitgeloofd> [œytlovə(n)] VB trans (beloning, prijs)


Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski