Translations for „verdaging“ in the Dutch » German Dictionary

ver·la·ging <verlaging|en> [vərlaɣɪŋ] N f

een verlaging met [o. van ] één procent

eine Senkung um ein Prozent

een verlaging van de straf

eine Strafminderung

ver·tra·ging <vertraging|en> [vərtraɣɪŋ] N f

1. vertraging (het vertragen):

vertraging

Verlangsamung f

vertraging

Verzögerung f

2. vertraging (oponthoud):

vertraging

Verspätung f

vertraging ondervinden

sich verspäten

3. vertraging techn.:

vertraging

Verzögerung f

ver·dwa·zing [vərdwazɪŋ] N f geen pl

verdwazing (uitzinnigheid)

Verrücktheit f

verdwazing (onbenulligheid)

Torheit f

verdwazing (verwardheid)

Verstörtheit f

ver·da·gen <verdaagde, h. verdaagd> [vərdaɣə(n)] VB trans

verdagen

vertagen

ver·de·ling <verdeling|en> [vərdelɪŋ] N f

1. verdeling (opsplitsing):

verdeling

Verteilung f

verdeling

Teilung f

hoofdelijke verdeling

Pro-Kopf-Verteilung f

2. verdeling (uitdeling):

verdeling

Verteilung f

3. verdeling (resultaat, maat, schaal):

verdeling

Einteilung f

ver·do·ving <verdoving|en> [vərdovɪŋ] N f

verdoving

Betäubung f

verdoving (verdovingsmiddel)

Betäubungsmittel nt

een ingreep onder verdoving, de verdoving is uitgewerkt

das Betäubungsmittel wirkt nicht mehr

een ingreep onder verdoving, de verdoving is uitgewerkt

ein Eingriff unter Narkose

ver·ho·ging <verhoging|en> [vərhoɣɪŋ] N f

1. verhoging (het hoger maken):

verhoging

Erhöhung f

2. verhoging:

verhoging (verhoogde plaats: in landschap)

Erhebung f

verhoging (verhoogd deel van vloer)

Podest nt

3. verhoging (het vermeerderen):

verhoging

Steigerung f

verhoging in prijs

Preissteigerung f

4. verhoging (bedrag):

verhoging

Erhöhung f

een jaarlijkse verhoging van 150 euro

eine jährliche Erhöhung um 150 Euro

5. verhoging (hogere lichaamstemperatuur):

verhoging

erhöhte Temperatur f

ver·drin·ging <verdringing|en> [vərdrɪŋɪŋ] N f ook psych.

verdringing

Verdrängung f

ver·de·di·ging <verdediging|en> [vərdedəɣɪŋ] N f

1. verdediging (het verdedigen):

verdediging

Verteidigung f

verdediging

Abwehr f

in de verdediging gaan

in die Defensive gehen

2. verdediging (het pleiten):

verdediging

Verteidigung f

3. verdediging (betoog):

verdediging

Verteidigungsrede f

4. verdediging (advocaat):

verdediging

Verteidigung f

het woord is aan de verdediging

die Verteidigung hat das Wort

5. verdediging SPORTS (achterhoede):

verdediging

Verteidigung f

verdediging

Abwehr f

ver·draai·ing <verdraaiing|en> [vərdrajɪŋ] N f

1. verdraaiing (verkeerde uitleg):

verdraaiing

Verdrehung f

een verdraaiing van de feiten

eine Verdrehung der Tatsachen

2. verdraaiing (gewrichten):

verdraaiing

Verdrehung f