Translations for „Gegenstände“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

te·gen·stan·der <tegenstander|s> [teɣə(n)stɑndər] N m

tegenstander

Gegner m

tegenstander van iets zijn

ein Gegner von etw dat sein

tegenstander van atoomwapens

Kernwaffengegner m

een verklaard tegenstander

ein erklärter Gegner

zich een tegenstander verklaren van

sich aussprechen gegen +acc

te·gen·stand [teɣə(n)stɑnt] N m geen pl

tegenstand

Widerstand m

(iem) tegenstand bieden

(jdm) Widerstand leisten

tegenstand ondervinden [o. ontmoeten ]

auf Widerstand acc stoßen

te·gen·stand·ster N f

tegenstandster feminine form of tegenstander

See also tegenstander

te·gen·stan·der <tegenstander|s> [teɣə(n)stɑndər] N m

tegenstander

Gegner m

tegenstander van iets zijn

ein Gegner von etw dat sein

tegenstander van atoomwapens

Kernwaffengegner m

een verklaard tegenstander

ein erklärter Gegner

zich een tegenstander verklaren van

sich aussprechen gegen +acc

te·gen·staan <stond tegen, h. tegengestaan> [teɣə(n)stan] VB intr

tegenstaan (onaangenaam zijn)

zuwider sein +dat

tegenstaan (toekomstig gedrag, plan)

widerstreben +dat

tegenstaan inf (tegen de borst stuiten)

gegen den Strich gehen +dat

dat eten staat hem tegen

dieses Essen ist ihm zuwider

boe·ren·stand [burə(n)stɑnt] N m geen pl

1. boerenstand (maatschappelijke staat):

boerenstand

Bauernstand m

2. boerenstand (de boeren):

boerenstand

Bauernschaft f

niet·te·gen·staan·de [niteɣənstandə] PREP

niettegenstaande

trotz +gen

niettegenstaande dat

trotzdem

niettegenstaande dat alles

trotz alledem

niettegenstaande (het feit) dat …

trotz der Tatsache, dass …

mid·den·stan·der <middenstander|s> [mɪdə(n)stɑndər] N m

middenstander (detailhandel)

(mittelständische(r)) Einzelhändler m

middenstander (ambacht)

(mittelständische(r)) Gewerbetreibende(r) m

ge·ge·vens·be·stand <gegevensbestand|en> [ɣəɣevənzbəstɑnt] N nt

gegevensbestand

Datei f

gegevensbestand

Datenbestand m