Dutch » German

avon·tu·ren <avontuurde, h. geavontuurd> [avɔntyrə(n)] VB trans

aan·stu·ren1 <stuurde aan, h. aangestuurd> [anstyrə(n)] VB trans (m.t.b. personen)

toe·stu·ren <stuurde toe, h. toegestuurd> [tustyrə(n)] VB trans

na·stu·ren <stuurde na, h. nagestuurd> [nastyrə(n)] VB trans

op·stu·ren <stuurde op, h. opgestuurd> [ɔpstyrə(n)] VB trans

af·stu·ren1 <stuurde af, h. afgestuurd> [ɑfstyrə(n)] VB trans

be·stu·ren <bestuurde, h. bestuurd> [bəstyrə(n)] VB trans

fri·tu·ren <frituurde, h. gefrituurd> [frityrə(n)] VB trans

in·stu·ren <stuurde in, h. ingestuurd> [ɪnstyrə(n)] VB trans

1. insturen (inzenden):

3. insturen (zenden naar een plaats):

schicken in +acc
senden in +acc

aan·vu·ren <vuurde aan, h. aangevuurd> [anvyrə(n)] VB trans


Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski