Dutch » German
You are viewing results spelled similarly: sprekend , speechen , inspreken , schenden and aanspreken

aan·spre·ken <sprak aan, h. aangesproken> [ansprekə(n)] VB trans

3. aanspreken (in de smaak vallen bij):

schen·den <schond, h. geschonden> [sxɛndə(n)] VB trans

2. schenden (onteren):

schänden form
entehren form

spee·chen <speechte, h. gespeecht> [spiːtʃə(n)] VB intr

spre·kend1 <sprekende, sprekender, sprekendst> [sprekənt] ADJ

1. sprekend (geluid gevend):

3. sprekend (duidelijk):

4. sprekend (met veel uitdrukking):


Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski