Translations for „eindbestemming“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

be·stem·ming <bestemming|en> [bəstɛmɪŋ] N f

1. bestemming (bedoeling):

bestemming

Bestimmung f

iets aan zijn bestemming onttrekken

etw seinem Zweck entfremden

2. bestemming (doel, eindpunt):

bestemming

Ziel nt

reizigers met bestemming Groningen

Fahrgäste in Richtung Groningen

plaats van bestemming

Bestimmungsort m

station van bestemming

Bestimmungsbahnhof m

station van bestemming

Zielbahnhof m

3. bestemming (levensdoel):

bestemming

Bestimmung f

bestemming

Berufung f

lots·be·stem·ming <lotsbestemming|en> [lɔtsbəstɛmɪŋ] N f

lotsbestemming

Schicksal nt

lotsbestemming form

Geschick nt

lotsbestemming form

Los nt

in·stem·ming [ɪnstɛmɪŋ] N f geen pl

instemming

Zustimmung f

instemming

Einverständnis nt

instemming (bijval)

Beifall m

met algemene instemming

mit [o. unter] allgemeiner Zustimmung

zijn instemming betuigen (met iets)

sich (zu etw dat ) positiv äußern

mijn instemming met iets

meine Zustimmung zu etw

iets met instemming vernemen

etw positiv aufnehmen

deze maatregel vond instemming

diese Maßnahme fand [o. stieß auf] Zustimmung

mi·neur·stem·ming <mineurstemming|en> [minørstɛmɪŋ] N f

mineurstemming

gedrückte Stimmung f

mineurstemming

Niedergeschlagenheit f

toe·stem·ming <toestemming|en> [tustɛmɪŋ] N f

toestemming

Zustimmung f

toestemming

Erlaubnis f

toestemming

Einverständnis nt

toestemming

Einwilligung f

toestemming (officieel)

Genehmigung f

met toestemming van de ouders

mit Einverständnis der Eltern

zijn toestemming tot [o. voor ] iets geven

seine Erlaubnis zu etw dat erteilen

zijn toestemming verlenen aan iem

jdm seine Zustimmung geben

iem (om) toestemming vragen

jdn um Erlaubnis bitten

ont·stem·ming <ontstemming|en> [ɔntstɛmɪŋ] N f

ontstemming

Verstimmung f

ontstemming

Missmut m

ontstemming

Verstimmtheit f

ontstemming

Unmut m form

ju·bel·stem·ming [jybəlstɛmɪŋ] N f geen pl

jubelstemming

Hochstimmung f

fijn·af·stem·ming <fijnafstemming|en> N f

fijnafstemming

Feinabstimmung f

fijnafstemming

Feineinstellung f

mond·be·ade·ming N f

mondbeademing → mond-op-mondbeademing

See also mond-op-mondbeademing

mond-op-mond·be·ade·ming [mɔntɔpmɔndbəadəmɪŋ] N f geen pl

mond-op-mondbeademing

Mund-zu-Mund-Beatmung f

mond-op-mondbeademing toepassen op iem

jdn beatmen