Dutch » German

Translations for „oproepen“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

op·roe·pen <riep op, h. opgeroepen> [ɔprupə(n)] VB trans

2. oproepen (aansporen):

oproepen
oproepen
oproepen tot verzet

3. oproepen (om contact verzoeken):

oproepen

4. oproepen (in de geest tevoorschijn roepen):

oproepen
oproepen
oproepen
herinneringen oproepen

5. oproepen (uitlokken, opwerpen):

oproepen
oproepen
oproepen
oproepen
bezwaren oproepen

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski