Translations for „saldo“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

sal·do <saldo|'s, saldi> [sɑldo] N nt

saldo

Saldo m

een batig saldo

ein Aktivsaldo

een nadelig saldo

ein Passivsaldo

per saldo

per Saldo

per saldo fig

unterm Strich

het saldo trekken/opmaken/bijschrijven

den Saldo feststellen/aufstellen/gutschreiben

het saldo in kas

der Kassenbestand

Translations for „saldo“ in the German » Dutch Dictionary

(Go to Dutch » German)

ˈSal·do <Saldos, Saldos[o. Salden] [o. Saldi] > [ˈzaldo, -dn̩, -di] N m FIN

Saldo

saldo nt

in saldo bleiben [o. sein]

nog (een) schuld hebben

Usage examples with saldo

per saldo

per Saldo

het saldo in kas

der Kassenbestand

een batig saldo hebben

im Plus sein

een batig saldo

ein Aktivsaldo

een nadelig saldo

ein Passivsaldo

het batig slot/saldo

das Plus/der Überschuss

het saldo trekken/opmaken/bijschrijven

den Saldo feststellen/aufstellen/gutschreiben

wij schrijven 1000 euro bij zijn saldo

wir schreiben ihm 1000 Euro gut

nog (een) schuld hebben

in saldo bleiben [o. sein]

een saldo te uwen laste

ein Saldo zu Ihren Ungunsten

saldo nt op de actiefzijde

Aktivsaldo