Dutch » German
You are viewing results spelled similarly: spanning , spant , spannen , spanne , spankracht and spannend

span·nend <spannende, spannender, spannendst> [spɑnənt] ADJ

span·kracht [spɑŋkrɑxt] N f geen pl

1. spankracht (kracht die door trekking, druk werkt):

3. spankracht (uitzettingskracht):

span·ne N f

spanne → span²

See also span , span

span2 <span|nen> [spɑn] N f

1. span (afstand tussen duim en pink):

Spanne f

2. span (tijdruimte):

Spanne f

span1 <span|nen> [spɑn] N nt (koppel, paar)

span·nen1 <spande, h. gespannen> [spɑnə(n)] VB intr (nauw sluiten)

spant <spant|en> [spɑnt] N nt

1. spant bouww.:

2. spant scheepv.:

Spant nt

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski