Translations for „NCRV“ in the German » Dutch Dictionary

(Go to Dutch » German)

Nerv <Nervs, Nerven> [nɛrf] N m

1. Nerv ANAT:

Nerv

zenuw ook fig.

Nerv

nerf

jdm auf die Nerven fallen [o. gehen] inf

op iems zenuwen werken

die Nerven behalten [o. bewahren ]

zijn zenuwen de baas blijven

jdm gehen die Nerven durch inf

iem krijgt het op de zenuwen

jdm gehen die Nerven durch inf

iem verliest zijn zelfbeheersing

jdm gehen die Nerven durch inf

iem raakt overstuur

den Nerv [o. die Nerven] haben, etw zu tun inf

de brutaliteit [o. het lef] hebben om iets te doen

es mit den Nerven haben

het op de zenuwen hebben

mit den Nerven am Ende [o. fertig] [o. herunter] sein inf

op van de zenuwen zijn

jdm den (letzten) Nerv rauben [o. töten ] inf fig

op iems zenuwen werken

den Nerv treffen inf fig

de zwakke plek treffen

Nerven wie Drahtseile haben inf

sterke [o. stalen] zenuwen hebben

2. Nerv (Rippe, Ader):

Nerv

(blad)nerf

3. Nerv BIOL (in Bezug auf Insekten):

Nerv

ader

du hast vielleicht Nerven! inf

nu wordt 't me toch te gek!

na·ˈiv [naˈiːf] ADJ

naiv

naïef

naive Kunst

naïeve kunst

nur [nuːɐ̯] ADV

1. nur:

nur (bloß)

slechts

nur (ausschließlich)

alleen

nur (ausschließlich)

maar

nur (dann), wenn …

alleen, indien …

nicht nur …, (sondern) auch …

niet alleen …, (maar) ook …

nur noch frecher werden

alleen maar brutaler worden

es regnete nur so inf

het regende dat het goot, verschrikkelijk

etw einfach nur so sagen

iets zomaar zeggen

nur zu!

vooruit (maar)!

nur zu!

toe maar!

2. nur (ruhig):

nur

toch (maar)

nur

maar

nur Geduld!

geduld maar!

was hast du nur? inf

wat heb jij toch?

nur her damit! inf

geef op!

er soll nur kommen!

laat hem maar komen!

ich meine (ja) nur so inf

ik bedoel maar