Translations for „digredieren“ in the German » Dutch Dictionary

gra·ˈdie·ren [graˈdiːrən] VB trans

1. gradieren:

gradieren

gradueren

gradieren

in graden verdelen

2. gradieren:

gradieren

trapsgewijze indelen

3. gradieren:

gradieren

graderen

gradieren

het gehalte verhogen

di·vi·ˈdie·ren [-ˈdiːrən] VB trans

dividieren

delen

durch 5 dividieren

door 5 delen

dis·kre·di·ˈtie·ren [dɪskrediˈtiːrən] VB trans

diskreditieren

in diskrediet brengen

ze·die·ren [ ͜tseˈdiːrən] VB trans LAW

zedieren

cederen

tor·pe·ˈdie·ren [tɔrpeˈdiːrən] VB trans liter NAUT

torpedieren (zu Fall bringen)

torpederen ook fig.

ra·ˈdie·ren² [raˈdiːrən] VB trans ART

radieren

raderen

ero·ˈdie·ren [eroˈdiːrən] VB trans GEOL

erodieren

eroderen

de·ko·ˈdie·ren [dekoˈdiːrən] VB trans

dekodieren

decoderen

dekodieren

ontcijferen

grun·ˈdie·ren [grʊnˈdiːrən] VB trans

grundieren

gronden

grundieren

grondverven

grundieren

in de grondverf zetten

pa·ra·ˈdie·ren [paraˈdiːrən] VB intr

1. paradieren (vorbeimarschieren):

paradieren

paraderen

2. paradieren liter (prahlen):

paradieren

paraderen

paradieren

pralen

paradieren

pronken

par·o·ˈdie·ren [paroˈdiːrən] VB trans

parodieren

parodiëren

ak·kre·di·ˈtie·ren [akrediˈtiːrən] VB trans

akkreditieren

accrediteren

re·di·ˈgie·ren [rediˈgiːrən] VB trans

redigieren

redigeren

redigieren

bewerken

kre·di·ˈtie·ren [krediˈtiːrən] VB trans

kreditieren FIN (gutschreiben)

crediteren

kreditieren FIN (gutschreiben)

financieren

kreditieren (Kredit gewähren)

krediet verlenen

ad·ˈdie·ren [aˈdiːrən] VB trans

addieren

optellen

addieren

samentellen

co·ˈdie·ren [koˈdiːrən] VB trans

codieren

coderen

lä·ˈdie·ren [lɛˈdiːrən] VB trans

lädieren

havenen

lädieren

toetakelen

fun·ˈdie·ren [fʊnˈdiːrən] VB trans

1. fundieren FIN (finanziell sichern):

fundieren

funderen

fundieren

financieel veiligstellen [o. consolideren]

ein gut fundiertes Unternehmen

een financieel solide onderneming

2. fundieren fig liter (untermauern):

fundieren

funderen

fundieren

(onder)steunen

etw theoretisch fundieren

iets een theoretische basis geven

plä·ˈdie·ren [plɛˈdiːrən] VB intr

1. plädieren LAW (verteidigen):

plädieren

pleiten

plädieren

verdedigen

plädieren

de verdediging voeren

auf [o. für ] Freispruch plädieren

voor vrijspraak pleiten

2. plädieren LAW (ein Plädoyer halten):

plädieren

een pleidooi houden

3. plädieren liter fig (sich einsetzen für):

plädieren

(be)pleiten

plädieren

zich inzetten voor

son·ˈdie·ren [zɔnˈdiːrən] VB trans

1. sondieren liter fig (erkunden):

sondieren

peilen

sondieren

poolshoogte nemen (van)

sondieren

polsen

das Terrain sondieren a. fig

het terrein verkennen

2. sondieren:

sondieren MED, TECH

sonderen

3. sondieren NAUT:

sondieren

peilen

sondieren

loden