Translations for „hinraffen“ in the German » Dutch Dictionary

ˈstraf·fen¹ [ˈʃtrafn̩] VB trans

1. straffen (straff anziehen):

straffen

strak(ker) maken

straffen

spannen

straffen

strak aantrekken

2. straffen fig (präziser machen):

straffen

een strakkere lijn brengen in

straffen

stroomlijnen

ˈauf·raf·fen¹ VB trans

1. aufraffen (raffen):

aufraffen

oprapen

aufraffen

bijeenrapen

2. aufraffen (schnell aufheben):

aufraffen

opnemen

aufraffen

optillen

als sie die Treppe bestieg, raffte sie den Rock ein wenig auf

toen ze de trap opging, nam [o. tilde] ze haar rok een beetje op

ˈhin·rei·ßen VB trans irreg

1. hinreißen (spontan verleiten):

hinreißen

erheen [o. er naar toe] trekken

jdn zu sich hinreißen

iem naar zich toe trekken

2. hinreißen (begeistern):

hinreißen

in verrukking brengen

hinreißen

geestdriftig maken

sich hinreißen lassen

zich laten meeslepen

ˈhin·rot·zen VB trans

1. hinrotzen inf (hinknallen, hinschmeißen):

hinrotzen

neerkwakken

hinrotzen

neersmijten

2. hinrotzen inf (zusammenbasteln):

hinrotzen

in elkaar flansen

ˈan·gaf·fen VB trans inf pej

angaffen

aangapen

Monolingual examples (not verified by PONS Editors)

German

Bald werde er aber sowieso von einem unheilbaren Leberschaden hingerafft.

de.wikipedia.org

Sein Glück dauerte jedoch nicht lang, da er von einer Krankheit hingerafft wurde.

de.wikipedia.org