Dutch » German

Translations for „geronnenes“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

Show summary of all matches

ge·won·nen: adjective and adverb
ge·zon·nen: verb
ge·roe·ze·moes: noun
ge·roe·pen: adverb
be·gon·nen: verb
be·ton·nen: adjective and adverb
be·zon·nen: adjective and adverb
ge·ro·ken: verb
ge·han·nes: noun
ge·spon·nen: verb
ver·zon·nen: verb
ge·rod·del: noun
ge·rom·mel: noun
ge·rou·ti·neerd: adjective and adverb
bron·nen·bad: noun
bron·nen·lijst: noun
ge·ronk: noun
ba·ro·nes: noun
ge·roep: noun
kar·ton·nen: adjective and adverb

You are viewing results spelled similarly: gezonnen , gewonnen , geroezemoes , verzonnen , gesponnen , gehannes , geroken , bezonnen , betonnen , begonnen , geroepen , kartonnen , geroep , barones , geronk , bronnenlijst , bronnenbad , geroutineerd , gerommel and geroddel

ge·won·nen¹ [ɣəwɔnə(n)] ADJ

zich gewonnen geven

sich geschlagen geben

ge·zon·nen VB

gezonnen volt. deelw. van zinnen¹, zinnen²

See also zinnen , zinnen

zin·nen² <zinde, h. gezind> [zɪnə(n)] VB intr (aanstaan)

dat zinde hem wel

das sagte ihm zu

zin·nen¹ <zon, h. gezonnen> [zɪnə(n)] VB intr (peinzen over)

op wraak zinnen

auf Rache sinnen

ge·roe·ze·moes [ɣəruzəmus] N nt geen pl

geroezemoes

Stimmengewirr nt

ge·roe·pen¹ [ɣərupə(n)] ADV (voorbestemd)

zich niet geroepen voelen tot [o. om] …

sich nicht dazu berufen fühlen, zu…

be·gon·nen VB

1. begonnen 3. pers pl imp van beginnen¹, beginnen²

2. begonnen volt. deelw. van beginnen¹, beginnen²

See also beginnen , beginnen

be·gin·nen² <begon, i. begonnen> [bəɣɪnə(n)] VB intr (aanvangen)

aan iets nieuws beginnen

mit etw Neuem beginnen

dat begint al goed! iron

das fängt ja nett an!

de les is begonnen

der Unterricht hat begonnen

laat ik beginnen met iedereen welkom te heten

zuerst möchte ich alle willkommen heißen

(helemaal) onderaan beginnen fig

(ganz) von klein auf anfangen

over politiek beginnen

von Politik anfangen

voor zichzelf beginnen

sich selb(st)ständig machen

er is geen beginnen aan

≈ das ist verlorene [o. vergebliche] Liebesmüh(e)

be·gin·nen¹ <begon, i. begonnen> [bəɣɪnə(n)] VB trans

1. beginnen:

beginnen (starten, openen)

beginnen (starten, openen)

beginnen (vergadering, winkel)

een reis beginnen

eine Reise antreten

2. beginnen (gaan doen):

wat moet ik met hem beginnen?

was soll ich mit ihm anfangen?

be·ton·nen [bətɔnə(n)] ADJ

Beton-

be·zon·nen [bəzɔnə(n)] ADJ

ge·ro·ken VB

geroken volt. deelw. van ruiken¹, ruiken²

See also ruiken , ruiken

rui·ken² <rook, h. geroken> [rœykə(n)] VB intr

1. ruiken:

ruiken (reuk geven)

ruiken (aangenaam)

die bloemen ruiken lekker

die Blumen duften

2. ruiken (de gedachte opwekken):

dat ruikt naar ketterij

das riecht nach Ketzerei

3. ruiken:

ruiken (reuk opnemen)

ruiken (dieren)

dat kan er niet aan ruiken

das ist doch kein Vergleich

rui·ken¹ <rook, h. geroken> [rœykə(n)] VB trans

1. ruiken:

ruiken (met de reukzin gewaarworden)

ruiken (dieren)

2. ruiken fig (lucht krijgen van):

geld ruiken

ein gutes Geschäft wittern

hoe kon ik dat nu ruiken!

das konnte ich doch nicht riechen! inf

ge·han·nes [ɣəhɑnəs] N nt geen pl (geklungel)

Gestümper nt inf

Stümperei f inf

ge·spon·nen VB

gesponnen volt. deelw. van spinnen¹, spinnen²

See also spinnen , spinnen

spin·nen² <spon/spinde, h. gesponnen/gespind> [spɪnə(n)] VB intr (katten)

spin·nen¹ <spon, h. gesponnen> [spɪnə(n)] VB trans (een web, draad vormen)

wol spinnen

ver·zon·nen VB

verzonnen 3. pers pl imp van verzinnen

See also verzinnen

ver·zin·nen <verzon, h. verzonnen> [vərzɪnə(n)] VB trans

1. verzinnen:

verzinnen (bedenken)

sich dat ausdenken

verzinnen (uitvinden)

middelen verzinnen

auf Mittel und Wege sinnen

ik zal er iets op verzinnen

ich werde mir dazu etw einfallen lassen

die kinderen verzinnen altijd weer nieuwe spelletjes

die Kinder denken sich immer wieder neue Spiele aus

2. verzinnen pej:

een smoesje verzinnen

eine Ausrede erfinden

een verzonnen verhaal

eine erfundene Geschichte

ge·rod·del [ɣərɔdəl] N nt geen pl

Getratsche nt inf

Klatsch m inf

ge·rom·mel [ɣərɔməl] N nt geen pl

1. gerommel:

gerommel (dof geluid)

Rumoren nt

gerommel (ingewanden)

Knurren nt

gerommel (donder)

Grollen nt

2. gerommel (het overhoophalen):

dat is (maar) gerommel in de marge

das ist alles nur Kleckerkram inf

ge·rou·ti·neerd <geroutineerde, geroutineerder, geroutineerdst> [ɣərutinert] ADJ

geroutineerd

bron·nen·bad <bronnenbad|en> N nt

bron·nen·lijst <bronnenlijst|en> [brɔnə(n)lɛist] N f

bronnenlijst

Quellenverzeichnis nt

ge·ronk [ɣərɔŋk] N nt geen pl

1. geronk (zwaar rollend geluid):

Gedröhn(e) nt inf

Dröhnen nt

2. geronk (zwaar gesnurk):

ba·ro·nes <barones|sen> [baronɛs] N f

1. barones:

barones (dame met baronnentitel)

Baronin f

barones (Duitse barones)

mevrouw de barones (aanspreektitel)

2. barones:

barones (gemalin, dochter van een baron)

barones (dochter van een baron ook)

Freifräulein nt

barones (dochter van een baron ook)

Freiin f

ge·roep [ɣərup] N nt geen pl

Rufen nt

kar·ton·nen [kɑrtɔnə(n)] ADJ attr

de kartonnen kaft

der Pappeinband

Browse the dictionary

Dutch

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski