Dutch » German
You are viewing results spelled similarly: bedroog , hertog , betoog , bedrog and bewoog

be·woog VB

bewoog 3. pers sing imp van bewegen¹, bewegen², bewegen³

See also bewegen , bewegen , bewegen

be·we·gen3 <bewoog, h. bewogen> [bəweɣə(n)] VB trans

2. bewegen (werktuigen):

3. bewegen (ontroeren):

be·we·gen2 <bewoog zich, h. zich bewogen> [bəweɣə(n)] VB wk ww

bewegen zich bewegen (in beweging zijn, komen):

be·we·gen1 <bewoog, h. bewogen> [bəweɣə(n)] VB intr

be·drog [bədrɔx] N nt geen pl

2. bedrog (bedrieglijke voorstelling):

her·tog <hertog|en> [hɛrtɔx] N m

be·droog VB

bedroog 3. pers sing imp van bedriegen

See also bedriegen


Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski