Translations for „kanten“ in the Dutch » German Dictionary

kan·ten¹ <kantte zich, h. zich gekant> [kɑntə(n)] VB wk ww

kanten zich kanten (verzetten):

kanten

sich wehren

kanten

sich widersetzen

kanten

sich sträuben

zich tegen iets/iem kanten

sich gegen etw/jdn wehren

zich tegen iets/iem kanten

sich einer Sache/jdm widersetzen

kan·ten² <kantte, h. gekant> [kɑntə(n)] VB trans (vlak, recht maken)

kanten

bestoßen

Usage examples with kanten

van alle kanten bijeenkomen

von allen Seiten herbeikommen

aan beide kanten

auf [o. zu] beiden Seiten

iems sterke/zwakke kanten

jds starke/schwache Seiten

aan alle kanten

rings(her)um

een kanten kraag

ein Spitzenkragen

een verlamming aan beide kanten

eine doppelseitige Lähmung

aan alle kanten gepakt worden

von allen Seiten in die Zange genommen werden

iem aan alle kanten bedriegen

jdn hinten und vorn betrügen

zich tegen iets/iem kanten

sich gegen etw/jdn wehren

dit plan rammelt aan alle kanten

der Plan stimmt hinten und vorn(e) nicht

hij kan nog alle kanten op

ihm sind noch alle Wege offen

zijn mes snijdt aan twee kanten fig

er zieht doppelt Nutzen

een zaak aan alle kanten bekijken fig

eine Sache von allen Seiten betrachten

er zitten meer kanten aan die zaak fig

die Sache hat mehrere Aspekte

je kunt met mij alle kanten op fig

ich bin für alles zu haben