Dutch » German

voort·schrij·den <schreed voort, i. voortgeschreden> [vortsxrɛidə(n)] VB intr

1. voortschrijden form (verder lopen):

net·schrift <netschrift|en> [nɛtsxrɪft] N nt

1. netschrift (cahier):

2. netschrift (net):

op·schrift <opschrift|en> [ɔpsxrɪft] N nt

1. opschrift (wat op iets geschreven is):

for·ti·o·ri [fɔrtijori]

uit·schrij·ven <schreef uit, h. uitgeschreven> [œytsxrɛivə(n)] VB trans

1. uitschrijven (op schrift uitwerken):

af·schrift <afschrift|en> [ɑfsxrɪft] N nt

ge·schrift <geschrift|en> [ɣəsxrɪft] N nt

na·schrift <naschrift|en> [nasxrɪft] N nt

bij·schrift <bijschrift|en> [bɛisxrɪft] N nt

1. bijschrift (onderschrift):

2. bijschrift (kanttekening):


Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski