Dutch » German

droe·vig <droevige, droeviger, droevigst> [druvəx] ADJ

droeg VB

droeg 3. pers sing imp van dragen¹, dragen²

See also dragen , dragen

dra·gen2 <droeg, h. gedragen> [draɣə(n)] VB intr

3. dragen (zwanger zijn):

droe·gen VB

droegen 3. pers pl imp van dragen¹, dragen²

See also dragen , dragen

dra·gen2 <droeg, h. gedragen> [draɣə(n)] VB intr

3. dragen (zwanger zijn):

ver·he·vi·gen1 <verhevigde, i. verhevigd> [vərhevəɣə(n)] VB intr (heviger worden)

ver·ste·vi·ger <versteviger|s> [vərstevəɣər] N m

ge·lo·vi·ge <gelovige|n> [ɣəlovəɣə] N m en f

be·proe·ving <beproeving|en> [bəpruvɪŋ] N f

1. beproeving (toetsing):

2. beproeving (ongeluk):

3. beproeving (proef):

Test m

be·droe·vend1 <bedroevende, bedroevender, bedroevendst> [bədruvənt] ADJ

1. bedroevend (droefheid wekkend):

droef [druf]

droef → droevig

See also droevig

droe·vig <droevige, droeviger, droevigst> [druvəx] ADJ

droe·sem <droesem|s> [drusəm] N m

dro·gen1 <droogde, h. gedroogd> [droɣə(n)] VB trans (droog maken, conserveren)

drong VB

drong 3. pers sing imp van dringen¹, dringen²

See also dringen , dringen

drin·gen2 <drong, h./i. gedrongen> [drɪŋə(n)] VB intr

2. dringen (voorwaartse druk uitoefenen):

dringen inf

drin·gen1 <drong, h. gedrongen> [drɪŋə(n)] VB trans


Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski