Dutch » German

Translations for „spreiden“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

sprei·den <spreidde, h. gespreid> [sprɛidə(n)] VB trans

1. spreiden (uitspreiden):

spreiden
spreiden
breiten form
een bed spreiden
een laken over de tafel spreiden

3. spreiden (uit elkaar plaatsen):

spreiden
spreiden SPORTS
de vleugels spreiden

4. spreiden (verspreiden):

spreiden
spreiden
spreiden

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski