German » Dutch

Translations for „bescherm“ in the German » Dutch Dictionary (Go to Dutch » German)

Show summary of all matches

be·ˈsche·ren: transitive verb
be·ˈscheu·ert: adjective and adverb
be·ˈschwe·ren: transitive verb
Be·ˈscheid: noun
Be·ˈsche·rung: noun
be·ˈschen·ken: transitive verb
be·ˈschei·den: adjective and adverb
be·ˈschei·ßen: transitive verb

You are viewing results spelled similarly: bescheren , beschweren , bescheuert , Bescheid , bescheißen , bescheiden , beschenken and Bescherung

be·ˈsche·ren VB trans

1. bescheren (einbringen):

2. bescheren (schenken):

den Kindern wurde viel Spielzeug beschert

de kinderen kregen veel speelgoed als kerstgeschenk [o. ten geschenke]

be·ˈscheu·ert [bəˈʃ͜ɔyɐt] ADJ

1. bescheuert inf (dumm):

(van lotje) getikt

2. bescheuert inf (blöd, unangenehm):

rot-

be·ˈschwe·ren¹ [bəˈʃveːrən] VB trans (mit Gewicht beladen)

beschweren fig

Be·ˈscheid <Bescheid(e)s, Bescheide> [bəˈʃ͜ait] N m

1. Bescheid (Auskunft):

antwoord nt

jdm Bescheid sagen

iem op de hoogte brengen

jdm Bescheid sagen

iem zijn mening [o. de waarheid] zeggen

2. Bescheid:

Bescheid (Nachricht)

bericht nt

Bescheid (Nachricht)

Bescheid (behördlich)

Bescheid (behördlich)

jdm Bescheid stoßen inf

iem flink [o. behoorlijk] de waarheid zeggen

Bescheid tun liter

een toost beantwoorden

ich weiß über ihn Bescheid

ik weet wat er met hem aan de hand is

Bescheid wissen

op de hoogte zijn

Bescheid wissen

er alles van weten

Bescheid wissen

veel af weten van

Be·ˈsche·rung <Bescherung, Bescherungen> [bəˈʃeːrʊŋ] N f

1. Bescherung (an Weihnachten):

pakjesavond onder [o. rond] de kerstboom

2. Bescherung inf iron (unangenehme Sache):

gedonder nt (in de glazen)

da liegt die (ganze) Bescherung!

daar ligt de (hele) rommel [o. het spul] !

das ist (mir) ja eine schöne Bescherung!

dat is me wat moois [o. fraais] !

be·ˈschen·ken VB trans

(een geschenk [o. geschenken] ) geven (aan)

be·ˈschei·den¹ ADJ

1. bescheiden (genügsam):

2. bescheiden inf euph (miserabel):

be·ˈschei·ßen VB trans irreg vulg

bescheißen

bescheißen fig a.

Browse the dictionary

German

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski