Translations for „gallat“ in the German » Dutch Dictionary

Bal·ˈlast <Ballast(e)s, Ballaste> [ˈbalast, baˈlast] N m a. fig

Ballast

ballast

ga·ˈlant [gaˈlant] ADJ

1. galant:

galant

galant

galant

hoffelijk

2. galant:

galant

amoureus

Sa·ˈlat <Salat(e)s, Salate> [zaˈlaːt] N m

1. Salat:

Salat (Pflanze)

sla

Salat (Gericht)

salade

Salat (Gericht)

slaatje nt

grüner Salat

kropsla

ein Kopf Salat

een krop sla

2. Salat inf (Durcheinander):

Salat

troep

Salat

rommel

da haben wir den Salat! inf iron

daar hebben we het gegooi in de glazen [o. het gedonder] !

galt [galt] VB

galt 3. pers sing imp von gelten¹, gelten²

See also gelten , gelten

ˈgel·ten² <gilt, galt, gegolten> [ˈgɛltn̩] VB impers

1. gelten (gültig sein):

gelten

gelden

2. gelten (darauf ankommen):

gelten

erop aan komen

es gilt, uns zu entscheiden

we moeten een beslissing nemen

es gilt einen [o. den] Versuch

het is te proberen

3. gelten (beimessen):

gelten

gelegen zijn aan

gelten

hechten aan

4. gelten liter (gehen um):

gelten

gaan om

es galt meine Ehre

het ging om mijn eer

ˈgel·ten¹ <gilt, galt, gegolten> [ˈgɛltn̩] VB intr

1. gelten (gehalten werden):

gelten

gelden

gelten

geldig zijn

gelten

doorgaan

gelten

gehouden worden

als [o. für] dumm/schlau gelten

als dom/slim gelden

als [o. für] dumm/schlau gelten

voor dom/slim doorgaan [o. gehouden worden]

das gilt nicht!

dat telt [o. geldt] niet!

es gilt!

afgesproken!

etw gelten lassen

iets laten gelden

etw gelten lassen

iets ook goed vinden

andere gelten lassen

anderen in hun recht laten

nach geltender Meinung

volgens de heersende mening

2. gelten (etw bedeuten):

gelten

waard zijn

gelten

aangeslagen worden

deine Liebe gilt mir viel

jouw liefde betekent veel voor mij

sein Rat gilt nicht viel

zijn raad wordt niet hoog aangeslagen [o. is niet veel waard]

3. gelten (bestimmt sein für):

gelten

doelen [o. slaan] op

gelten

bedoeld zijn voor

gelten

gemunt zijn op

diese Bemerkung galt mir

deze opmerking sloeg [o. doelde] op mij

4. gelten liter (eine Vorliebe haben):

gelten

betreffen

gelten

gaan om

gelten

uitgaan naar

sein Interesse galt der Politik

zijn belangstelling gold de politiek [o. ging uit naar de politiek]

ˈGal·lert <Gallert(e)s, Gallerte> [ˈgalɐt] N nt

Gallert

gelei

Gallert

gelatine

Gallert

dril

Bal·ˈla·de <Ballade, Balladen> [baˈlaːdə] N f

Ballade

ballade

ˈWal·lach <Wallach(e)s, Wallache> [ˈvalax] N m

Wallach

ruin

ˈGal·le <Galle, Gallen> [ˈgalə] N f (Gallenflüssigkeit, Gallenblase)

Galle

gal ook fig.

die Galle kommt ihm hoch fig

de gal komt bij hem boven [o. loopt hem over]

die Galle kommt ihm hoch fig

hij wordt nijdig [o. razend]

Gift und Galle spucken

zijn gal (uit)spuwen [o. uitbraken]

Gift und Galle spucken

gif en gal spuwen

die Galle läuft ihm über fig

de gal komt bij hem boven [o. loopt hem over]

die Galle läuft ihm über fig

hij wordt nijdig [o. razend]

Ga·ˈlan <Galans, Galane> [gaˈlaːn] N m

1. Galan veraltet hum:

Galan

galant

Galan

aanbidder

2. Galan inf pej:

Galan

vrijer

Ek·ˈlat <Eklats, Eklats> [eˈkla(ː)] N m liter

Eklat

éclat

Eklat

sensatie

Eklat

schandaal nt

ˈGa·la <Gala> [ˈgaːla, ˈgala] N f kein pl

1. Gala:

Gala

gala nt

Gala

galakostuum

sich in Gala werfen inf hum

zich in gala(kostuum) steken

2. Gala (Vorstellung):

Gala

galavoorstelling

gal·lert·ar·tig ADJ

gallertartig

geleiachtig

gallertartig

gelatineachtig