Translations for „losse“ in the German » Dutch Dictionary

(Go to Dutch » German)

ˈFlos·se <Flosse, Flossen> [ˈflɔsə] N f

1. Flosse (Fischflosse):

Flosse

vin

paarige/unpaarige Flossen

gepaarde/ongepaarde vinnen

2. Flosse (an Flugzeugen, Schiffen):

Flosse

vin

Flosse

stabilisatievin

3. Flosse (Schwimmflosse):

Flosse

zwemvlies nt

4. Flosse inf pej o. hum:

Flosse

poot

Flosse

hand

Flosse

voet

jdm auf die Flossen treten

op iems poten trappen

ˈGlos·se <Glosse, Glossen> [ˈglɔsə] N f

1. Glosse:

Glosse

kanttekening(en)

Glosse

glos(se)

Glosse

commentaar m of nt

Glosse

opmerking

Glosse

cursiefje nt

2. Glosse LING:

Glosse

glos(se)

ˈGos·se <Gosse, Gossen> [ˈgɔsə] N f (Rinnstein)

Gosse

goot ook fig.

Gosse

straatgoot

jdn aus der Gosse auflesen [o. ziehen]

iem uit de goot oprapen

jdn durch die Gosse ziehen

iem door de goot [o. het slijk] [o. de modder] halen [o. sleuren]

jdn durch die Gosse schleifen

iem door de goot [o. het slijk] [o. de modder] halen [o. sleuren]

in der Gosse landen inf

in de goot terechtkomen

in der Gosse landen inf

aan lagerwal geraken

ˈPos·se <Posse, Possen> [ˈpɔsə] N f

Posse

klucht(spel)

ˈlo·se [ˈloːzə] ADJ a. fig

lose

los

lose

losjes

lose Reden führen

los van tong zijn

lose Reden führen

erop los kletsen

ˈlo·sen [ˈloːzn̩] VB intr

losen

loten

losen

trekken

losch [lɔʃ] VB

losch 3. pers sing imp von löschen¹, löschen², löschen³

See also löschen , löschen , löschen

ˈlö·schen³ [ˈlœʃn̩] VB intr (Flüssigkeit aufnehmen)

löschen

drogen

ˈlö·schen² [ˈlœʃn̩] VB trans

1. löschen (Brand, Feuer):

löschen

blussen

2. löschen (Licht: ausschalten):

löschen

doven

löschen

uitmaken

3. löschen ECON (tilgen):

löschen

delgen

ein Konto löschen

een (bank)rekening opheffen

4. löschen a. COMPUT (entfernen):

löschen

wissen

Erinnerungen löschen

herinneringen uitwissen

etw vom Tonband löschen

iets van de geluidsband (af)wissen

5. löschen:

seinen Durst löschen

zijn dorst lessen

6. löschen TECH:

gelöschter Kalk

gebluste kalk

ˈlö·schen¹ [ˈlœʃn̩] VB trans NAUT

löschen

lossen

ˈGas·se <Gasse, Gassen> [ˈgasə] N f

1. Gasse (schmale Straße):

Gasse

steeg

Gasse

straatje

das war auf allen Gassen zu hören pej

dat was van alle kanten [o. overal] te horen

2. Gasse (Durchgang):

Gasse

doorgang

Gasse

haag

eine Gasse bilden

een haag vormen

3. Gasse A (Straße):

Gasse

straat

4. Gasse SPORTS:

Gasse

opening

5. Gasse (Kegeln):

Gasse

poort

6. Gasse (Rugby):

Gasse

line-out

ˈMes·se <Messe, Messen> [ˈmɛsə] N f

1. Messe ECON:

Messe

jaarbeurs

2. Messe REL (römisch-katholischer Gottesdienst):

Messe

mis

eine Messe halten

een mis doen [o. opdragen]

3. Messe NAUT:

Messe

messroom

Messe

mess

ˈHes·se <Hessen, Hessen> [ˈhɛsə] N m (Einwohner Hessens)

Hesse

Hes

ˈKas·se <Kasse, Kassen> [ˈkasə] N f

1. Kasse:

Kasse (Geldkassette, Geldkoffer)

kas

Kasse (Registrierkasse)

kasregister nt

Kasse machen

de kas opmaken

Kasse machen

geld (als water) verdienen

diese Operette bringt volle Kassen

deze operette is een kasstuk [o. brengt veel geld in 't laatje]

jdn zur Kasse bitten inf fig

van iem betaling eisen

2. Kasse (Kartenverkauf):

Kasse

kassa

Kasse

kas

Kasse

loket nt

3. Kasse:

Kasse

kas

Kasse (Barschaft)

contanten

Kasse (Bargeld)

contant geld nt

getrennte Kasse führen [o. haben]

elk voor zichzelf betalen

4. Kasse (Sparkasse):

Kasse

(spaar)bank

5. Kasse (Krankenversicherung):

Kasse

ziekenfonds nt

das geht auf Kasse inf

dat wordt door het ziekenfonds betaald

6. Kasse ECON (Barzahlung):

Kasse

contante betaling

gegen [o. per ] Kasse

tegen contante betaling

zahlbar rein netto Kasse

netto kassa [o. netto contant] (zonder aftrek) te betalen

ˈMas·se <Masse, Massen> [ˈmasə] N f

1. Masse (Menschenmasse):

Masse

massa

2. Masse (eine Menge, viel):

Masse

hoop

Masse

boel

eine Masse Bücher [o. an Büchern] [o. von Büchern]

een massa [o. hoop] boeken

3. Masse (der Großteil):

Masse

massa

Masse

menigte

die breite Masse

de grote hoop [o. massa]

4. Masse (Konkurs-, Erbmasse):

Masse

boedel

ihre Juwelen wurden zur Masse geschlagen

haar juwelen werden bij de boedel gevoegd

Phrases:

Einheit der Masse PHYS

eenheid van massa

ˈNäs·se <Nässe> [ˈnɛsə] N f kein pl

Nässe

nat(tig)heid

Nässe

vochtigheid

bei Nässe Schleudergefahr

bij nat wegdek bestaat slipgevaar

ˈNis·se <Nisse, Nissen> [ˈnɪsə] N f

Nisse

neet

Nisse

luizenei nt

ˈPis·se <Pisse> [ˈpɪsə] N f kein pl vulg

Pisse

zeik

Pisse

pis

ˈRas·se <Rasse, Rassen> [ˈrasə] N f

Rasse

ras nt

der Junge ist Rasse inf

er zit pit in die jongen

ˈRus·se (Rus·sin) <Russen, Russen> [ˈrʊsə] N m (f)

Russe (Rus·sin)

Rus(Russin) m (f)

Monolingual examples (not verified by PONS Editors)

German

Der Hammerflügel stand direkt an einem von der Losse versorgten Mühlenkanal.

de.wikipedia.org

Um den für die Sprengstoffproduktion notwendigen enormen Wasserbedarf sicherzustellen, wurden fünf Tiefbrunnen im Tal der Losse gebohrt, ein Kühlteich und zwei Hochbehälter angelegt sowie zwei Pumpstationen errichtet.

de.wikipedia.org