German » Dutch

Translations for „uchende“ in the German » Dutch Dictionary

(Go to Dutch » German)

Show summary of all matches

You are viewing results spelled similarly: Schande , behände , suchen , Kuchen , buchen , Legende , Fußende , Spende , Blende , Lende and Wende

ˈSchan·de <Schande> [ˈʃandə] N f kein pl

1. Schande:

Schande (Schmach)

smaad

Schande (Schmach)

oneer

etw bringt jdm Schande

iets doet iem schande aan

ich finde es eine Schande

ik vind het schandalig

mach mir keine Schande! hum

doe me geen schande aan!

zu meiner Schande

tot mijn schande

Phrases:

zu Schanden

kapot

sich zu Schanden arbeiten

zich doodwerken [o. kapotwerken]

einen Plan zu Schanden machen

een plan vernietigen [o. verijdelen]

all seine Vorsätze gingen zu Schanden

van al zijn voornemens kwam niets terecht

ˈWen·de² <Wende, Wenden> [ˈvɛndə] N f

1. Wende (Veränderung):

wending ook fig.

draai

keerpunt nt

an der/um die Wende zum 20. Jahrhundert

rond de wisseling van de 19e naar de 20e eeuw

eine Wende herbeiführen

een kentering bewerkstelligen

nach der Wende HISTORY (in der DDR in 1989)

na de ‘Wende’

nach der Wende HISTORY (in der DDR in 1989)

na de omwenteling

eine Wende zum Guten

een wending ten goede

2. Wende SPORTS (Sprung mit halber Drehung):

3. Wende SPORTS (Kehrtwende beim Segeln):

keerpunt nt

het overstag gaan

klar zur Wende!

klaar om te wenden!

4. Wende (Schlittschuh laufen):

ronde

ˈLen·de <Lende, Lenden> [ˈlɛndə] N f

1. Lende ANAT:

lende

2. Lende FOOD:

lende

ˈBlen·de <Blende, Blenden> [ˈblɛndə] N f

1. Blende (Lichtschutz):

2. Blende FASHION:

bies

3. Blende PHOTO:

4. Blende CINE:

vloeiende overgang

5. Blende ARCHIT:

ˈSpen·de <Spende, Spenden> [ˈʃpɛndə] N f

gift

gave

eine Spende an Kleidung/Lebensmitteln

een gift in de vorm van kleding/levensmiddelen

ˈFuß·en·de N nt

Le·ˈgen·de <Legende, Legenden> [leˈgɛndə] N f

ˈbu·chen¹ [ˈbuːxn̩] ADJ

ˈKu·chen <Kuchens, Kuchen> [ˈkuːxn̩] N m

gebak nt

taart

cake

(ja) Kuchen! inf fig

dat dacht je (maar)!

(ja) Kuchen! inf fig

vergeet het maar!

jdn zu Kaffee und Kuchen einladen

iem op koffie met gebak uitnodigen

aber Kuchen! inf fig

dat dacht je (maar)!

aber Kuchen! inf fig

vergeet het maar!

ˈsu·chen¹ [ˈzuːxn̩] VB trans

1. suchen:

suchen (auf der Suche sein)

suchen (auf der Suche sein)

op zoek zijn (naar)

suchen (in Annoncen, (Zeitungs)Anzeigen)

was suchst du hier? inf fig

wat heb jij hier te zoeken [o. maken] ?

hinter [o. in ] allem etw suchen

overal iets achter zoeken

einen Täter polizeilich suchen

een dader zoeken [o. opsporen]

das Weite suchen

het hazenpad kiezen

2. suchen (streben, abzielen auf):

etw zu erreichen suchen

iets trachten te [o. willen] bereiken

wer suchet, der findet prov

die zoekt, die vindt

be·ˈhän·de [bəˈhɛndə] ADJ liter

vlug

rap

Browse the dictionary

German

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski