Translations for „draai“ in the Dutch » German Dictionary

draai <draai|en> [draj] N m

1. draai (wending, draaiing):

draai

Wendung f

draai

Drehung f

een draai aan iets geven (uitleg)

etw in ein andres Licht rücken

een draai aan iets geven (uitvlucht)

eine passende Ausrede für etw bereithaben

2. draai:

draai (plaats waar iets draait, gebogen is: bocht)

Biegung f

draai (plaats waar iets draait, gebogen is: van (spoor)weg vooral)

Kurve f

3. draai (slag):

draai

Ohrfeige f

iem een draai om de oren geven

jdm eine Ohrfeige geben

zijn draai niet kunnen vinden

sich nicht zurechtfinden können

Usage examples with draai

draai de radio af

stell das Radio ab

een draai aan iets geven (uitleg)

etw in ein andres Licht rücken

zijn draai niet kunnen vinden

sich nicht zurechtfinden können

iem een draai om de oren geven

jdm eine Ohrfeige geben

een klap [o. draai] om de oren krijgen

eins hinter die Ohren [o. Löffel] bekommen