Translations for „veräußerin“ in the German » Dutch Dictionary

ver·ˈaus·ga·ben¹ [fɛɐ̯ˈʔ͜ausgaːbn̩] VB trans

verausgaben

uitgeven

verausgaben

spenderen

ver·ˈäu·ßern [fɛɐ̯ˈʔ͜ɔysɐn] VB trans

1. veräußern (verkaufen):

veräußern

verkopen

veräußern

van de hand doen

2. veräußern LAW:

veräußern

vervreemden

veräußern

overdragen

ver·ˈal·bern [fɛɐ̯ˈʔalbɐn] VB trans inf

veralbern

voor de gek houden

ver·ˈan·kern [fɛɐ̯ˈʔaŋkɐn] VB trans

verankern

verankeren

verankern

met een anker vastleggen [o. vastzetten]

ver·ˈan·las·sen [fɛɐ̯ˈʔanlasn̩] VB trans

1. veranlassen (dazu bringen):

veranlassen

aanleiding geven tot

veranlassen

ertoe brengen

sich veranlasst sehen

zich genoopt [o. genoodzaakt] zien

2. veranlassen (in die Wege leiten):

veranlassen

ervoor zorgen

veranlassen

veroorzaken

veranlassen

teweegbrengen

ich werde das Nötige veranlassen

ik zal de nodige maatregelen nemen

ver·ˈal·ten [fɛɐ̯ˈʔaltn̩] VB intr

veralten

verouderen

veraltete Ansichten/Wörter

verouderde opvattingen/woorden

ver·ˈar·men [fɛɐ̯ˈʔarmən] VB intr

verarmen

verarmen

verarmen

arm worden

ver·ˈän·dern² [fɛɐ̯ˈʔɛndɐn] VB refl

1. verändern:

verändern

veranderen

verändern

anders worden

2. verändern:

verändern

van beroep [o. woning] veranderen

er will sich verändern

hij wil van beroep [o. betrekking] veranderen

ver·ˈär·gern [fɛɐ̯ˈʔɛrgɐn] VB trans

verärgern

ergeren

verärgern

irriteren

ver·ˈarz·ten [fɛɐ̯ˈʔar͜tstn̩, -aːɐ̯͜tstn̩] VB trans inf MED

verarzten (versorgen, behandeln)

behandelen

ver·ˈach·ten [fɛɐ̯ˈʔaxtn̩] VB trans

verachten (verächtlich finden)

verachten

verachten (verschmähen)

versmaden

verachten (nicht achten)

minachten

ver·ˈab·re·den¹ [fɛɐ̯ˈʔapreːdn̩] VB trans

verabreden

afspreken

ver·ˈar·schen [fɛɐ̯ˈʔarʃn̩] VB trans vulg

verarschen

verneuken

verarschen

voor de gek houden