Translations for „werden“ in the Dutch » German Dictionary

wer·den VB

werden 3. pers pl imp van worden¹, worden²

See also worden , worden

wor·den² <werd, i. geworden> [wɔrdə(n)] VB aux (ter aanduiding van de lijdende vorm)

worden

werden

er wordt gebeld

es klingelt

er werd gedanst

es wurde getanzt

de bus wordt om zes uur gelicht

der Briefkasten wird um sechs Uhr geleert

wor·den¹ <werd, i. geworden> [wɔrdə(n)] VB mod aux

1. worden (in de genoemde toestand raken):

worden

werden

de zieke wordt al beter

es geht dem Kranken schon besser

2. worden (de genoemde hoedanigheid krijgen):

worden

werden

dokter worden

Arzt werden

dat wordt niets

das [o. daraus] wird nichts

dat wordt nog wat tussen hen

mit den beiden wird es noch etwas

wat is er van hem geworden?

was ist aus ihm geworden?

Usage examples with werden

de soldaten werden geconsigneerd

für die Soldaten wurde eine Ausgangssperre verhängt

zij werden erdoor verrast (oorzaak)

sie wurden dadurch überrascht

de notulen werden goedgekeurd

das Protokoll ging durch

alle zaken werden gepost

alle Geschäfte wurden bewacht

de uitbetalingen werden geschort

die Auszahlungen wurden verschoben

zij werden de sloot ingedrongen

sie wurden in den Graben (hinein)gedrängt

gisteren werden geen koersen genoteerd

gestern wurden keine Kurse notiert

ze werden ingemaakt met 7-0

sie wurden 7:0 abgefertigt

wij werden haar van verre gewaar

wir nahmen sie von weitem wahr

er werden drie stembiljetten blanco ingeleverd

es wurden drei leere Stimmzettel abgegeben

daar werden heel wat aardappels verhandeld

dort wurden sehr viele Kartoffeln gehandelt

zij werden door de menigte toegejuicht

sie wurden von der Menge bejubelt

zij werden woest uit hun slaap gerukt

sie wurden jäh aus dem Schlaf gerissen

stuk voor stuk werden de onderdelen vervangen

Stück für Stück [o. nach und nach] wurden die Teile ersetzt