Translations for „Geräte“ in the German » Dutch Dictionary

(Go to Dutch » German)

ge·ˈra·ten¹ [gəˈraːtn̩] ADJ (ratsam)

geraten

geraden

geraten

raadzaam

ge·ˈra·ten² [gəˈraːtn̩] VB intr

1. geraten (unbeabsichtigt geschehen):

geraten

(ge)raken

ich geriet außer mir [o. mich]vor Wut

ik raakte buiten mezelf van woede

in Streit geraten

ruzie krijgen

2. geraten (zufällig irgendwohin kommen):

geraten

(terecht)komen

geraten

belanden

in Vergessenheit geraten

in (de) vergetelheid raken

ins Gedränge geraten

in het gedrang komen

3. geraten (ausfallen):

geraten

uitvallen

es geriet etw klein

het viel wat klein uit

4. geraten (gelingen):

geraten

(ge)lukken

geraten

slagen

seine Kinder sind gut geraten

zijn kinderen hebben het tot iets gebracht in het leven

ihm gerät nichts

niets lukt hem

4. geraten (sich entwickeln):

geraten

(beginnen te) lijken

sie gerät nach ihrer Mutter

ze begint op haar moeder te lijken

die Kinder geraten (gut)

de kinderen groeien flink op

ge·ˈra·ten³ [gəˈraːtn̩] VB

geraten pp von raten

See also raten

ˈra·ten <rät, riet, geraten> [ˈraːtn̩] VB trans

1. raten (als Ratschlag geben):

raten

(aan)raden

raten

raad geven

raten

adviseren

lass dir das geraten sein! inf

dat is je geraden!

sich nicht mehr zu raten wissen

zich geen raad meer weten

wozu rätst du mir?

wat raad je mij aan?

2. raten (erraten, mutmaßen):

raten

raden

raten

gissen [o. raden] naar

hin und her raten

allerlei gissingen maken

ˈwohl·ge·ra·ten, wohl ge·ˈra·ten ADJ

1. wohlgeraten liter (gut gelungen):

wohlgeraten

gelukt

wohlgeraten

geslaagd

2. wohlgeraten liter (gut entwickelt):

wohlgeraten

welopgevoed

wohlgeraten

welgemanierd