Translations for „broeihaard“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

loei·hard [lujhɑrt] ADJ

1. loeihard (snelheid):

loeihard

blitzschnell

loeihard

wahnsinnig schnell

2. loeihard (geluid):

loeihard

ohrenbetäubend laut

broei·kas <broeikas|sen> [brujkɑs] N f

broeikas

Gewächshaus nt

broeikas

Treibhaus nt

be·zwaard <bezwaarde, meer bezwaard, meest bezwaard> [bəzwart] ADJ

1. bezwaard (schuldgevoel):

bezwaard

belastet

met bezwaard gemoed

schweren Herzens

zich bezwaard voelen over iets

sich dat Gewissensbisse wegen einer Sache machen

2. bezwaard (bekommerd):

bezwaard

beschwert

bezwaard

bedrückt

ren·paard <renpaard|en> [rɛmpart] N nt

renpaard

Rennpferd nt

broed·plaats <broedplaats|en> [brutplats] N f ook fig

broedplaats

Brutstätte f

broei·e·rig <broeierige, broeieriger, broeierigst> [brujərəx] ADJ

broeierig

schwül

broeierig inf

brütend heiß

broei·nest <broeinest|en> [brujnɛst] N nt

broeinest

Brutstätte f

broek·pak <broekpak|ken> [brukpɑk] N nt

broekpak

Hosenanzug m

broek·zak <broekzak|ken> [bruksɑk] N m

broekzak

Hosentasche f

iets kennen als zijn broekzak

etw wie seine Westentasche kennen

gas·haard <gashaard|en> [ɣɑshart] N m

gashaard

Gas(heiz)ofen m

ge·schaard [ɣəsxart] ADJ

1. geschaard (bijeen):

geschaard

geschart

2. geschaard (met inkepingen):

geschaard

schartig

bas·taard <bastaard|s, bastaard|en> [bɑstart] N m

bastaard

Bastard m

bastaard

Mischling m

lui·paard <luipaard|en> [lœypart] N m

luipaard

Leopard m

luipaard

Pant(h)er m

ras·paard <raspaard|en> [rɑspart] N nt

raspaard

Rassepferd nt

rijk·aard <rijkaard|s> [rɛikart] N m en f

rijkaard

Reiche(r) f(m)

rij·paard <rijpaard|en> [rɛipart] N nt

rijpaard

Reitpferd nt

toon·aard <toonaard|en> [tonart] N m

toonaard

Tonart f

iets in alle toonaarden prijzen fig

etw in allen Tonarten loben

ver·maard <vermaarde, vermaarder, vermaardst> [vərmart] ADJ

vermaard

renommiert form

vermaard

berühmt

een streek vermaard om haar schoonheid

eine wegen ihrer Schönheit berühmte Gegend