Dutch » German

plaats·vin·den <vond plaats, h. plaatsgevonden> [platsfɪndə(n)] VB intr

plaat·sing <plaatsing|en> [platsɪŋ] N f

2. plaatsing (het opnemen in de krant):

plaats·bil·jet N nt

plaatsbiljet → plaatsbewijs

See also plaatsbewijs

plaats·be·wijs <plaatsbe|wijzen> [platsbəwɛis] N nt

plaat·snij·den [platsnɛɪdə(n)] VB alleen inf. ART

plaats·naam <plaats|namen> [platsnam] N m

plaat·staal [platstal] N nt geen pl

plaats·ma·ken <maakte plaats, h. plaatsgemaakt> [platsmakə(n)] VB intr

plaats·ne·men <nam plaats, h. plaatsgenomen> [platsmakə(n)] VB intr

plaats·grij·pen <greep plaats, h. plaatsgegrepen> [platsxrɛipə(n)] VB intr

plaats·ver·van·ger <plaatsvervanger|s> [platsfərvɑŋər] N m

plaats·ver·vang·ster N f

plaatsvervangster feminine form of plaatsvervanger

See also plaatsvervanger

plaats·ver·van·ger <plaatsvervanger|s> [platsfərvɑŋər] N m

plaats·ver·van·gend [platsfərvɑŋənt] ADJ

plaats·ver·van·ging <plaatsvervanging|en> [platsfərvɑŋɪŋ] N f

plaats·be·wijs <plaatsbe|wijzen> [platsbəwɛis] N nt

plaats·ge·brek [platsxəbrɛk] N nt geen pl

plaats·heb·ben <had plaats, h. plaatsgehad> [platshɛbə(n)] VB intr


Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski