Dutch » German

Translations for „vangen“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

van·gen <ving, h. gevangen> [vɑŋə(n)] VB trans

1. vangen:

vangen (grijpen)
vangen (snel te pakken krijgen)
vis vangen

2. vangen (opvangen):

vangen
vangen
een bal vangen
iems blik vangen

3. vangen inf (beetnemen):

vangen
vangen

4. vangen inf (verdienen):

vangen

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski