Dutch » German

Translations for „zustimmend“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

Show summary of all matches

glim·mend: adjective and adverb
eerst·ko·mend: adjective and adverb
zus·ter·stad: noun
vlij·mend: adjective and adverb
schui·mend: adjective and adverb
zus·ter: noun
af·klim·men: verb
be·klim·men: verb
op·klim·men: verb

You are viewing results spelled similarly: glimmend , eerstkomend , opklimmen , beklimmen , afklimmen , zuster , schuimend , vlijmend and zusterstad

glim·mend ADJ

glimmend → glimmen

See also glimmen

glim·men <glom, h./i. geglommen> [ɣlɪmə(n)] VB intr

1. glimmen (gloeien):

de sterren glommen aan de hemel

die Sterne blinkten am Himmel

2. glimmen (blinken):

de tafel glimt als een spiegel

der Tisch glänzt wie ein Spiegel

een glimmende jas

ein abgewetzter Mantel

de glimmende laarzen

die blanken Stiefel pl

3. glimmen (schitteren):

zijn oogjes glommen van blijdschap

seine Augen leuchteten [o. glänzten] vor Freude

4. glimmen (zichtbaar genieten):

hij glimt van trots/plezier

er strahlt vor Stolz/Freude

eerst·ko·mend [erstkomənt] ADJ

eerstkomend

nächste(r, s)

zus·ter·stad <zuster|steden> [zʏstərstɑt] N f (stad)

vlij·mend [vlɛɪmənt] ADJ

een vlijmende pijn

ein schneidender Schmerz

schui·mend [sxœymənt] ADJ

1. schuimend:

schuimend (vol schuim)

schuimend (vol schuim)

schuimend (van de zee ook)

gischtend form

schuimend (uit een fles)

op de schuimende baren

auf den schäumenden [o. gischtenden] Wogen

2. schuimend (schuimbekkend):

zus·ter <zuster|s> [zʏstər] N f

das könnte dir so passen!

je zal je zuster bedoelen!

du meinst wohl dich selbst!

een zuster zijn voor iem fig

für jdn wie eine Schwester sein

af·klim·men <klom af, i. afgeklommen> [ɑfklɪmə(n)] VB intr

heruntersteigen

hinuntersteigen

be·klim·men <beklom, h. beklommen> [bəklɪmə(n)] VB trans

beklimmen (moeizaam)

op·klim·men <klom op, i. opgeklommen> [ɔpklɪmə(n)] VB intr

1. opklimmen (naar boven klimmen):

de berg opklimmen

den Berg hinaufsteigen [o. hochsteigen]

2. opklimmen:

opklimmen (rang)

opklimmen (rang)

opklimmen (salaris)

Browse the dictionary

Dutch

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski