Translations for „labialstimme“ in the German » Dutch Dictionary

ˈJa·stim·me N f

Jastimme

ja-stem

Jastimme

stem vóór

ˈNein·stim·me N f

Neinstimme

stem tegen

Neinstimme

nee-stem

ˈSing·stim·me N f

1. Singstimme MUS:

Singstimme

zangstem

2. Singstimme MUS:

Singstimme

zangpartij

ˈGra·bes·stim·me <Grabesstimme> N f kein pl inf

Grabesstimme

grafstem

ˈZweit·stim·me N f POL

Zweitstimme

bij verkiezingen voor de Bondsdag en de deelstaatparlementen op een lijst uitgebrachte stem, bepaalt het aantal zetels voor een partij

ˈab·stim·men¹ VB intr (die Stimme abgeben)

abstimmen

stemmen

abstimmen

zijn stem uitbrengen

über etw abstimmen lassen

iets in stemming brengen

ˈOff·stim·me N f MEDIA

Offstimme

commentaarstem

ˈKopf·stim·me N f

Kopfstimme

kopstem

Kopfstimme

falset m of nt

ˈGe·gen·stim·me N f

1. Gegenstimme (bei einer Abstimmung):

Gegenstimme

stem tegen

2. Gegenstimme MUS (kritische Meinungsäußerung):

Gegenstimme

tegenstem

ˈPres·se·stim·me N f

Pressestimme

persstem

ˈviel·stim·mig ADJ

vielstimmig

veelstemmig

ˈan·stim·men VB trans (erheben)

anstimmen

aanheffen

ein Lied anstimmen (zu spielen anfangen, den Grundton angeben)

een lied aanheffen

be·ˈstim·men¹ VB trans

1. bestimmen (festsetzen):

bestimmen

bepalen

2. bestimmen (für jdn vorsehen):

der Brief war für dich bestimmt

de brief was voor jou bestemd

3. bestimmen (das Sagen haben):

bestimmen

beslissen

bestimmen

te zeggen hebben

er bestimmt in der Familie

hij beslist in het gezin

4. bestimmen (ernennen):

bestimmen

aanwijzen

einen Nachfolger bestimmen

een opvolger aanwijzen

5. bestimmen BOT:

bestimmen

determineren

ˈbei·stim·men VB intr

beistimmen

instemmen met

beistimmen

zijn instemming betuigen met

beistimmen

het eens zijn met

beistimmen

bijvallen

ˈein·stim·men¹ VB intr

1. einstimmen MUS:

einstimmen

invallen

einstimmen

inzetten

in den Gesang einstimmen

gaan meezingen

2. einstimmen fig:

einstimmen

instemmen