Translations for „stilliegen“ in the German » Dutch Dictionary

(Go to Dutch » German)

ˈstill·lie·gen VB intr

stillliegen

stilliggen

stillliegen

buiten bedrijf zijn

ˈstill·le·gen VB trans

stilllegen

stilleggen

stilllegen

sluiten

stilllegen

buiten bedrijf stellen

stilllegen

stopzetten

ˈstill·ste·hen VB intr

1. stillstehen (außer Betrieb sein):

stillstehen

stilstaan

2. stillstehen (keine Bewegung):

stillgestanden! MIL

geef acht!

die Zeit steht nicht still prov

de tijd staat niet stil

ˈStill·le·ben N nt ART

Stillleben

stilleven nt

ˈstill·schwei·gen VB intr

stillschweigen

stilzwijgen

stillschweigen

zwijgen

ˈstill·hal·ten VB intr

stillhalten

rustig blijven

stillhalten

zich stilhouden

stillhalten

kalm blijven

ˈStill·le·gung <Stilllegung, Stilllegungen> [-leːgʊŋ] N f

Stilllegung

stillegging

Stilllegung

stopzetting

Stilllegung

staking

Stilllegung

sluiting

ˈAn·lie·gen <Anliegens, Anliegen> N nt

1. Anliegen (Bitte):

Anliegen

verzoek nt

ein Anliegen an jdn haben

een verzoek aan iem hebben

2. Anliegen (Verlangen, Wunsch):

Anliegen

verlangen nt

Anliegen

wens

er·ˈlie·gen [-ˈliːgn̩] VB intr liter

erliegen (unterliegen)

het onderspit delven (voor)

erliegen (zum Opfer fallen)

bezwijken (voor [o. aan] )

einem Irrtum erliegen

zich vergissen

einer Krankheit erliegen

aan een ziekte bezwijken

zum Erliegen kommen

tot stilstand komen

ob·lie·gen [ˈɔpliːgn̩, ɔpˈliːgn̩] VB intr irreg

1. obliegen liter (verantwortlich sein):

obliegen

als taak [o. plicht] hebben

2. obliegen (gehören zu):

obliegen

ressorteren onder

ˈan·lie·gen VB intr irreg

1. anliegen (Kleidung: nicht abstehen):

anliegen

(om [o. tegen] het lichaam) zitten

anliegen

aansluiten

eng anliegende Hosen/Kleider

strak zittende [o. nauwsluitende] broeken/kleren

2. anliegen (in einem Brief):

anliegen

ingesloten zijn

3. anliegen inf (zur Bearbeitung anstehen):

anliegen

te doen zijn

liegt noch etw an?

is [o. valt] er nog iets te doen?

4. anliegen liter (zu Herzen gehen):

anliegen

ter harte gaan

anliegen

bezighouden

diese Angelegenheit liegt mir an

deze zaak ligt me na aan het hart

5. anliegen liter (belästigen):

anliegen

aandringen bij

anliegen

lastigvallen

6. anliegen NAUT (anhalten):

anliegen

(aan)houden

ˈStill·schwei·gen N nt

Stillschweigen

het stilzwijgen

Stillschweigen

het zwijgen

jdm Stillschweigen auferlegen

iem het stilzwijgen opleggen

Monolingual examples (not verified by PONS Editors)

German

Nun stellte sich aber heraus, "daß der Dampfer infolge des langen Stilliegens und seines Alters den Anforderungen nicht mehr entsprach".

de.wikipedia.org