Translations for „vasttimmeren“ in the German » Dutch Dictionary

(Go to Dutch » German)

wat·ˈtie·ren [vaˈtiːrən] VB trans

wattieren

watteren

wattieren

met watten voeren

gas·ˈtie·ren [gasˈtiːrən] VB intr

1. gastieren THEAT:

gastieren

een gastrol spelen

2. gastieren SPORTS:

gastieren

te gast zijn

gastieren

uitspelen

kas·ˈtrie·ren [kasˈtriːrən] VB trans

kastrieren

castreren

ˈLast·tier N nt

Lasttier

lastdier nt

ˈJa·stim·me N f

Jastimme

ja-stem

Jastimme

stem vóór

quit·ˈtie·ren [kvɪˈtiːrən] VB trans

1. quittieren (Empfang bestätigen):

quittieren

voor ontvangst tekenen

quittieren

kwiteren

den Empfang quittieren

voor ontvangst tekenen

über eine Niederlage quittieren müssen fig

een nederlaag moeten incasseren

2. quittieren inf (auf etw reagieren):

quittieren

beantwoorden

quittieren

reageren

eine Bemerkung mit einem Hieb quittieren

een opmerking met een slag [o. houw] beantwoorden

3. quittieren (kündigen):

quittieren ADMIN, MIL

ontslag nemen

den Dienst quittieren

de dienst verlaten

den Dienst quittieren

ontslag uit de dienst nemen

emit·ˈtie·ren [emɪˈtiːrən] VB trans

emittieren ECOL, FIN

emitteren

frit·ˈtie·ren [friˈtiːrən] VB trans

frittieren

frituren

frot·ˈtie·ren [frɔˈtiːrən] VB trans

frottieren

krachtig (af)wrijven

frottieren

frotteren

frottieren

afdrogen

op·ti·ˈmie·ren [-ˈmiːrən] VB trans

1. optimieren MATH:

optimieren

de extreme waarde bepalen

2. optimieren:

optimieren

optimaliseren

ra·bat·ˈtie·ren [rabaˈtiːrən] VB trans

rabattieren

korting geven op

le·gi·ti·ˈmie·ren [legitiˈmiːrən] VB trans

1. legitimieren:

legitimieren (für gesetzmäßig erklären)

legitimeren

legitimieren (für gesetzmäßig erklären)

legitiem verklaren

legitimieren (kind)

wettigen

2. legitimieren liter (berechtigen):

legitimieren

machtigen