Dutch » German

Translations for „satter“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

Show summary of all matches

chat·ter: noun
spet·ter: noun
spot·ter: noun
psal·ter: noun
et·ter: noun
ot·ter: noun
cut·ter: noun
zet·ter: noun
bit·ter: noun
ket·ter: noun
kot·ter: noun
let·ter: noun
vit·ter: noun
ka·ter: noun
la·ter: adjective and adverb
pa·ter: noun
ta·ter: noun
wa·ter: noun
sna·ter: noun
plet·ter

You are viewing results spelled similarly: psalter , spotter , spetter , chatter , snater , water , tater , pater , later , kater , vitter , letter , kotter , ketter , bitter , zetter , cutter , otter , etter , vlotter , pletter , krater , frater , flater , satire , satijn and satans

chat·ter <chatter|s> N m

Chatter m

spet·ter <spetter|s> [spɛtər] N m

1. spetter (spat):

2. spetter:

spetter (stuk: een meisje)

(flotte) Biene f

spetter (stuk: een jongen of man)

tolle(r) Typ m

spot·ter <spotter|s> [spɔtər] N m

1. spotter (grapjas):

2. spotter (observeerder):

Spotter m

psal·ter <psalter|s> [psɑltər] N nt

1. psalter (harp):

Psalter m

2. psalter (boek met vertaalde psalmen):

Psalter m

3. psalter (het Boek der Psalmen):

Psalter m

Buch nt der Psalmen

et·ter <etter|s> [ɛtər] N m

1. etter med.:

Eiter m

etter afscheiden

Eiter absondern

2. etter vulg (rotzak):

Ekel nt

een etter van een vent

ein ekelhafter [o. widerlicher] Kerl

ot·ter <otter|s> [ɔtər] N m

Otter m

zweten als een otter

schwitzen wie ein Affe

cut·ter <cutter|s> [kʏtər] N m

1. cutter (snijkop):

2. cutter (persoon):

Cutter m

zet·ter <zetter|s> [zɛtər] N m

Schriftsetzer m

bit·ter¹ [bɪtər] N nt of m geen pl

1. bitter (jenever):

Kräuterbitter m

Kräuterschnaps m

2. bitter (aromatisch extract):

Kräuterextrakt m

ket·ter <ketter|s> [kɛtər] N m

Ketzer m

roken als een ketter

rauchen wie ein Schlot

vloeken als een ketter

fluchen wie ein Kutscher

kot·ter <kotter|s> [kɔtər] N m

Kutter m

let·ter <letter|s> [lɛtər] N f

1. letter (teken, klank):

zoek dit bij de letter Q

such das unter Q

de grote letter

der Großbuchstabe

in kleine letters

klein geschrieben

de kleine letters (van een contract)

das Kleingedruckte (eines Vertrags)

geen letter (meer) op papier zetten

nichts (mehr) zu Papier bringen

2. letter (letterlijke inhoud):

iets naar de letter opvatten

etw wörtlich auffassen

3. letter druk.:

Letter f

Druckbuchstabe m

letter (afdruk)

de cursieve letter

vit·ter <vitter|s> [vɪtər] N m

Mäkler m

Meckerfritze m inf

ka·ter <kater|s> [katər] N m

Kater m

een kater hebben

einen Kater haben

la·ter¹ [latər] ADJ (nieuwer)

het latere gevolg

pa·ter <pater|s> [patər] N m

Pater m

ta·ter <tater|s> [tatər] N m

Klappe f inf

Schnauze f vulg

Maul nt vulg

hou je tater!

halt die Klappe! pej

zijn tater staat nooit stil

sein Mundwerk steht nie still

wa·ter [watər] N nt geen pl

Wasser nt

water (vaarwater)

bang zijn zich aan (koud) water te branden

≈ ein Angsthase sein inf

zo vlug als water (beweeglijk)

flink wie ein Wiesel

zo vlug als water (bijdehand)

geld als water verdienen fig

Geld wie Heu verdienen

boven water komen fig

auftauchen a. fig

zich [o. het hoofd] boven water houden fig

sich über Wasser halten

een diep/ondiep water

ein tiefes/flaches Gewässer

water bij de wijn doen

Zugeständnisse machen

water naar de zee dragen fig

Wasser ins Meer tragen

er is veel water gevallen

es hat viel geregnet

helder water

klare(s) Wasser nt

het water komt mij tot de lippen fig

das Wasser steht mir bis zum Hals(e)

het water komt [o. loopt ] mij in de mond ook fig

das Wasser läuft mir im Mund(e) zusammen inf

water maken scheepv.

met [o. in ] [o. van ] alle wateren gewassen zijn fig

mit allen Wassern gewaschen sein inf

in open water zijn

auf offener See sein

stilstaand/stromend water

stehende(s)/fließende(s) Gewässer nt

er moet nog veel water door de Rijn stromen voor …

es fließt noch viel Wasser den Rhein hinunter, bis …

een schip te water laten

ein Schiff zu Wasser lassen

(als) water en vuur zijn

wie Feuer und Wasser sein

dat kan al het water van de zee niet afwassen

das wäscht kein Wasser ab

kijken of men water ziet branden inf

dumm aus der Wäsche gucken inf

in troebel water is het goed vissen prov

in trüben Wassern ist gut fischen

stille wateren hebben diepe gronden prov

stille Wasser sind [o. gründen] tief prov

zwaar water scheik.

schwere(s) Wasser nt

een oplichter van het zuiverste water pej

ein Betrüger reinsten Wassers

sna·ter <snater|s> [snatər] N m

hou je snater!

halt den Schnabel!

plet·ter [plɛtər]

de vaas viel te pletter

die Vase zerschellte am Boden

zich te pletter schrikken

sich zu Tode erschrecken

hij viel van het dak te pletter

er stürzte vom Dach zu Tode

hij heeft zich te pletter gereden

er hat sich zu Tode gefahren

het schip liep te pletter op een klip

das Schiff zerschellte an einer Klippe

Browse the dictionary

Dutch

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski