Translations for „hamelnerin“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

kel·ne·rin <kelnerin|nen> [kɛlnərɪn] N f

kelnerin

Kellnerin f

zi·geu·ne·rin <zigeunerin|nen> [siɣønərɪn] N f

zigeunerin feminine form of zigeuner

See also zigeuner

zi·geu·ner <zigeuner|s> [siɣønər] N m

zigeuner

Zigeuner m

her·de·rin <herderin|nen> [hɛrdərɪn] N f

herderin

Hirtin f

herderin (van schapen)

Schäferin f

ha·me·ren² <hamerde, h. gehamerd> [hamərə(n)] VB trans

1. hameren (met een hamer slaan):

hameren

hämmern

ijzer hameren

Eisen hämmern

2. hameren fig:

hameren

einhämmern

bij iem iets erin hameren fig

jdm etw einhämmern

ham·ste·ren <hamsterde, h. gehamsterd> [hɑmstərə(n)] VB trans

hamsteren

hamstern

her·in·ne·ring <herinnering|en> [hɛrɪnərɪŋ] N f

herinnering

Erinnerung f

herinnering (geheugen)

Gedächtnis nt

herinnering (aanmaning)

Mahnung f

ik bewaar een goede herinnering aan haar

ich behalte sie in guter Erinnerung

een blijvende herinnering aan iem bewaren

jdn in bleibendem Andenken behalten

iets in herinnering houden

etw im Gedächtnis bewahren

iets in herinnering brengen (eraan doen denken)

etw in Erinnerung bringen

iets/iem in de herinnering terugroepen

sich dat etw/jdn ins Gedächtnis zurückrufen

herinneringen oproepen

Erinnerungen (herauf)beschwören

oude herinneringen ophalen

alte Erinnerungen ausgraben

ter herinnering aan

zum Andenken an +acc

in·ter·ne·ring <internering|en> [ɪntərnerɪŋ] N f

internering

Internierung f

ach·ter·in [ɑxtərɪn] ADV

achterin

hinten

achterin zitten (in auto e.d. ook)

auf dem Rücksitz sitzen

kei·ze·rin <keizerin|nen> [kɛizərɪn] N f

keizerin

Kaiserin f

schaap·her·de·rin N f

schaapherderin feminine form of schaapherder

See also schaapherder

schaap·her·der <schaapherder|s> [sxaphɛrdər] N m

schaapherder

Schäfer m

schaapherder gesch.

Schafhirte m

ha·mel <hamel|s> [haməl] N m

hamel

Hammel m

ha·mer <hamer|s> [hamər] N m

hamer

Hammer m

de hamer hanteren

≈ den Vorsitz führen

een houten hamer

ein Holzhammer m

iets onder de hamer brengen fig

etw unter den Hammer bringen

een pneumatische hamer

ein Presslufthammer m

hamer en sikkel

Hammer und Sichel

de hamer valt

≈ die Diskussion ist beendet

ham·string <hamstring|s> [hɛmstrɪŋ] N m

hamstring

Kniesehne f

gar·ne·ring <garnering|en> [ɣɑrnerɪŋ] N f

1. garnering (het garneren, beleggen):

garnering

Garnierung f

2. garnering:

garnering (garneersel)

Garnitur f

garnering (garneersel)

Garnierung f

garnering (voor kleding)

Besatz m

garnering (voor kleding)

Verbrämung f

re·de·ne·ring <redenering|en> [redənerɪŋ] N f

1. redenering (argumentatie):

redenering

Argumentation f

door (logische) redenering

durch (eine logische) Argumentation

2. redenering (relaas):

redenering

Darlegung f

hij houdt ellenlange redeneringen

er hält stundenlange Reden

ham·ster <hamster|s> [hɑmstər] N f

hamster

Hamster m

hier·in [hirɪn] ADV

hierin (plaats)

hierin

hierin (richting)

hierein

hierin kan ik niet met u meegaan fig

hierin bin ich nicht Ihrer Meinung

stop de appel hierin

steck den Apfel hierein