Dutch » German

Translations for „lucht“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

lucht <lucht|en> [lʏxt] N f

1. lucht (gasmengsel):

lucht
Luft f
doen of iem lucht is
koude/warme lucht meteo.
Kalt-/Warmluft

3. lucht inf:

lucht (ingeademde lucht)
Luft f
lucht (adem)
Puste f
van de lucht leven

4. lucht (buitenlucht):

lucht
de frisse lucht in gaan

5. lucht (hemel):

lucht
Himmel m
er is geen wolkje (vuiltje) aan de lucht fig
een bewolkte lucht

6. lucht (wolken):

lucht
lucht
Wolken pl

7. lucht (reuk, geur):

lucht
Geruch m
lucht van iets krijgen fig
lucht van iets krijgen fig
gebakken lucht (verkopen)

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski