Translations for „kleinschlag“ in the German » Dutch Dictionary

ˈStein·schlag N m

Steinschlag

steenslag nt

Steinschlag

vallend gesteente nt

Steinschlag

steengruis nt

Steinschlag

split nt

ˈEin·schlag N m

1. Einschlag METEO:

Einschlag

inslag

Einschlag

het inslaan

2. Einschlag (einer Kugel, Bombe):

Einschlag

(plaats van de) inslag

Einschlag

gat nt

3. Einschlag (bei Kleidern):

Einschlag

inslag

Einschlag

ingeslagen gedeelte nt

Einschlag

zoom

4. Einschlag (Holzeinschlag):

Einschlag

kap

Einschlag

het kappen

5. Einschlag fig (Anteil):

Einschlag

zweem

Einschlag

trekje nt

Einschlag

spoor nt

Ge·ˈhirn·schlag N m

Gehirnschlag

(hersen)beroerte

ˈWel·len·schlag N m

Wellenschlag

golfslag

ˈGe·gen·schlag N m

1. Gegenschlag a. SPORTS:

Gegenschlag

counter

Gegenschlag

het terugslaan

zum Gegenschlag ausholen

counteren

zum Gegenschlag ausholen

tot de tegenaanval overgaan

2. Gegenschlag:

Gegenschlag

tegenaanval

Gegenschlag

tegenactie

ˈVor·an·schlag [ˈfoːɐ̯-] N m

Voranschlag

kostenraming

Voranschlag

kostenschatting

ˈGlo·cken·schlag N m

Glockenschlag

klokslag

auf den [o. mit dem] Glockenschlag

stipt [o. precies] op tijd [o. op de minuut]

ˈZun·gen·schlag N m

1. Zungenschlag:

Zungenschlag

tongslag

Zungenschlag

het tongklakk(er)en

Zungenschlag

klik [o. klak] van de tong

2. Zungenschlag:

Zungenschlag

tongval

Zungenschlag

accent nt

falscher Zungenschlag

verspreking

ˈTau·ben·schlag N m

Taubenschlag

duiventil ook fig.

ˈklein·schrei·ben VB trans irreg fig

kleinschreiben

niet belangrijk vinden

ˈBrü·cken·schlag <Brückenschlag(e)s> N m kein pl

Brückenschlag

brugslag

Brückenschlag

brugbouw

Brückenschlag

het slaan van een brug

ˈKlein·schrei·bung N f

Kleinschreibung

het schrijven van zelfstandige naamwoorden met een kleine letter

Anschlag N

User Entry

Anschlag (Widerstand) m TECH

stop m