Dutch » German

be·drei·gen <bedreigde, h. bedreigd> [bədrɛiɣə(n)] VB trans

1. bedreigen (dreigen kwaad te berokkenen):

ein·di·gen2 <eindigde, h./i. geëindigd> [ɛindəɣə(n)] VB intr

3. eindigen (danken na de maaltijd):

be·ëdi·gen <beëdigde, h. beëdigd> [bəedəɣə(n)] VB trans

1. beëdigen (eed afnemen):

2. beëdigen (door een eed bekrachtigen):

beeiden form

ge·tui·gen2 <getuigde, h. getuigd> [ɣətœyɣə(n)] VB trans (als getuige verklaren, bevestigen)

hei·li·gen <heiligde, h. geheiligd> [hɛiləɣə(n)] VB trans

hul·di·gen <huldigde, h. gehuldigd> [hʏldəɣə(n)] VB trans

1. huldigen (hulde bewijzen):

nut·ti·gen <nuttigde, h. genuttigd> [nʏtəɣə(n)] VB trans

pij·ni·gen <pijnigde, h. gepijnigd> [pɛinəɣə(n)] VB trans

rei·ni·gen <reinigde, h. gereinigd> [rɛinəɣə(n)] VB trans

wet·ti·gen <wettigde, h. gewettigd> [wɛtəɣə(n)] VB trans

zon·di·gen <zondigde, h. gezondigd> [zɔndəɣə(n)] VB intr

be·le·di·gen <beledigde, h. beledigd> [bəledəɣə(n)] VB trans

eer·bie·di·gen <eerbiedigde, h. geëerbiedigd> [erbidəɣə(n)] VB trans

1. eerbiedigen (eerbied voelen voor, bewijzen aan):

ver·nie·ti·gen <vernietigde, h. vernietigd> [vərnitəɣə(n)] VB trans

1. vernietigen (verwoesten):


Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski