German » Dutch

Translations for „tolgeld“ in the German » Dutch Dictionary

(Go to Dutch » German)

Show summary of all matches

ˈtol·len: intransitive verb
ˈBar·geld: noun
ˈBuß·geld: noun
ˈVor·feld: noun
ˈFol·ge: noun
ˈfol·gen: intransitive verb
ˈfol·gern: transitive verb
toll: adjective and adverb
ˈtor·keln: intransitive verb

You are viewing results spelled similarly: torkeln , toll , folgern , folgen , Folge , Vorfeld , Bußgeld , Bargeld and tollen

ˈtol·len [ˈtɔlən] VB intr

1. tollen (umhertoben):

uitgelaten stoeien

2. tollen (ausgelassen laufen):

wild [o. uitgelaten] rennen

ˈBar·geld <Bargeld(e)s> N nt kein pl

contant geld nt

ˈBuß·geld N nt

straf

ˈVor·feld N nt fig

periode [o. tijd] vóór een bepaalde gebeurtenis

ˈFol·ge <Folge, Folgen> [ˈfɔlgə] N f

1. Folge (Auswirkung):

gevolg nt

böse [o. üble] Folge /haben [o. nach sich ziehen ]

erge [o. ernstige] gevolgen hebben

einem Befehl [o. einer Einladung] Folge leisten liter

aan een bevel [o. een uitnodiging] gevolg geven

etw zur Folge haben

iets ten gevolge [o. tot gevolg] hebben

2. Folge (Abfolge):

serie

eine Folge von Noten

een opeenvolging [o. reeks] van noten

in zwangloser Folge erscheinen

op ongeregelde tijden verschijnen

3. Folge (Teil einer TV-Serie):

deel nt

nummer nt

ein Film in zwei Folgen

een film in twee afleveringen [o. delen]

ˈfol·gen [ˈfɔlgn̩] VB intr

1. folgen (sich richten nach):

volgen ook fig.

einem Beispiel/der Mode folgen fig

een voorbeeld/de mode volgen

kannst du mir folgen? hum

kun je me volgen [o. begrijpen] ?

2. folgen (nachgehen, als Nächstes kommen):

jdm auf den [o. dem] Thron folgen

iem op de troon opvolgen

die Explosionen folgten (auf)einander

de explosies volgden elkaar op

Fortsetzung folgt

dem Frühling folgt der Sommer

op [o. na] de lente volgt de zomer

im Folgenden

im Folgenden

3. folgen (hervorgehen):

aus seinen Worten folgt, dass …

uit zijn woorden volgt dat …

4. folgen (gehorchen):

gevolg geven aan

einer Einladung folgen

aan een uitnodiging gevolg geven

seinen Gefühlen/seiner inneren Stimme folgen

zijn gevoelens/zijn inwendige stem volgen

5. folgen (verstehen):

ˈfol·gern [ˈfɔlgɐn] VB trans

daraus kann man [o. lässt sich] folgern, dass …

daaruit kan men concluderen dat …

toll [tɔl] ADJ

1. toll inf (sehr gut):

toll

toll

toll

enig

toll

toll

tof

ein toller Bursche

ein toller Bursche

een toffe kerel [o. vent]

einfach toll!

gewoon fantastisch!

2. toll inf (töricht, albern):

toll

dwaas

toll

dol

toll

gek

das Tollste an der Geschichte/Sache ist …

het mooiste [o. gekste] van het (hele) verhaal/van de zaak is …

das ist ja ein tolles Ding [o. eine tolle Sache ]!

dat is sterk [o. een kras staaltje] [o. ongehoord] !

es geht dort toll zu

het gaat (er) daar bont [o. woest] aan toe

3. toll inf (wild):

toll

toll

hels

toll

enorm

ein tolles Treiben

ˈtor·keln [ˈtɔrkl̩n] VB intr inf

torkeln (irgendwohin taumeln)

torkeln (taumeln)

torkeln (taumeln)

Browse the dictionary

German

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski