German » Dutch

Translations for „dankbetoon“ in the German » Dutch Dictionary (Go to Dutch » German)

Show summary of all matches

ˈdan·ken: intransitive verb
da·ˈne·ben: adverb
ˈdank·sa·gen: intransitive verb
ˈdank·bar: adjective and adverb
ˈdan·ke: adverb
da·ˈne·ben·ge·hen: intransitive verb

You are viewing results spelled similarly: daneben , danken , danebengehen , danke , dankbar and danksagen

ˈdan·ken¹ [ˈdaŋkn̩] VB intr

1. danken:

eine Einladung dankend ablehnen

een uitnodiging onder dank afwijzen

tausendmal [o. vielmals ] danken

zeer dankbaar zijn

2. danken:

3. danken inf:

(ervoor) bedanken

ich danke für Obst und Südfrüchte! inf iron

mij niet gezien!

ich danke für Obst und Südfrüchte! inf iron

ik dank je lekker!

da·ˈne·ben [daˈneːbn̩, ˈdaː-] ADV

1. daneben (neben jdm/etw):

2. daneben (verglichen damit):

in vergelijking daarmee

vergelijkenderwijs

3. daneben (außerdem):

daneben sein

maf [o. gestoord] zijn

ˈdank·sa·gen VB intr

z'n dank betuigen

ˈdank·bar [ˈdaŋkbaːɐ̯] ADJ

1. dankbar (dankend):

2. dankbar (lohnend):

de moeite waard

3. dankbar inf:

dieser Stoff ist sehr dankbar

deze stof kan overal tegen

4. dankbar inf (anspruchslos):

gemakkelijk in de verzorging

ˈdan·ke [ˈdaŋkə] ADV

1. danke:

dank u!

danke, gleichfalls!

dank je wel, insgelijks!

2. danke:

graag!

da·ˈne·ben·ge·hen VB intr irreg

1. danebengehen (das Ziel verfehlen):

danebengehen

danebengehen

(het doel) missen

2. danebengehen inf (scheitern):

danebengehen

danebengehen

danebengehen

op niets uitlopen

Browse the dictionary

German

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski