Translations for „u“ in the German » Dutch Dictionary

u, U [uː] <u, u; U, U> N nt

u

u

u

U

u

letter u [o. U]

U-

1. U- TRANSP:

U-

≈ metro-

2. U- NAUT:

U-

onderzee-

3. U-:

U- RADIO, TV

met een kleine letter

u. U.

u. U.

eventueel

u. U.

in sommige gevallen

s. u.

s. u.

zie onder

u. a.

1. u. a.:

u. a.

o.a.

2. u. a.:

u. a.

e.a.

u. Ä.

u. Ä.

e.d.

u. Ä.

en zo meer

ˈU-Bahn [ˈuːʔbaːn] N f (Untergrundbahn)

U-Bahn

metro

U-Bahn

ondergrondse

ˈU-Bahn·hof N m

U-Bahnhof

metrostation

ˈU-Boot [ˈuːboːt] N nt

U-Boot

duikboot

U-Boot

onderzeeër

u. E.

u. E.

o.i.

u. E.

naar onze mening

ˈU-Haft N nt inf (Untersuchungshaft)

U-Haft

voorlopige [o. preventieve] hechtenis

U-Haft

voorarrest nt

u. d. M.

u. d. M.

onder de zeespiegel

ü. d. M.

ü. d. M.

boven de zeespiegel

u. v. a.

u. v. a.

e.a.

Translations for „u“ in the Dutch » German Dictionary

u¹ <u|'s> [y] N f (letter)

u

u nt

u

U nt

u² [y] PRON pers pron

1. u:

u

Ihnen dat

u

Sie acc

dank u zeer

vielen Dank

ik spreek tot u allen

ich spreche zu Ihnen allen

is dit van u?

gehört das Ihnen?

als ik u was

ich an Ihrer Stelle

als ik u was

wenn ich Sie wäre

2. u:

u (aanspreek- en onderwerpsvorm)

Sie

u (bij familie)

du

u tegen iem zeggen

jdn siezen

een machine waar je u tegen zegt fig (groot)

eine riesige Maschine

een machine waar je u tegen zegt (zeer goed)

eine super Maschine

u³ [y] PRON refl pron

u

sich

Usage examples with u

dacht u misschien, dat …?

haben Sie etwa gedacht, dass …?

ik verzeker u dat …

ich versichere Ihnen, dass …

hoeveel rekent u daarvoor?

wie viel wollen Sie dafür?

dat zal u heugen

daran werden Sie sich noch lange erinnern

laat u niet storen!

lassen Sie sich nicht stören!

als 't u belieft

bitte

moet u mij hebben?

suchen Sie mich?

ik heet u welkom

ich heiße Sie willkommen

wel bekome het u

wohl bekomms

God lone het u!

Gott lohne es Ihnen!

u heeft eigenlijk gelijk

eigentlich haben Sie recht

heeft u de tijd?

haben Sie die genaue Uhrzeit?

laat u niet noden!

bedienen Sie sich!

daar spreekt u mee (telefoon)

am Apparat

u spreekt met … (telefoon)

… am Apparat

mag ik u verzoeken?

darf ich (Sie) bitten?

hoe maakt u het?

wie geht es Ihnen?

wat dunkt u ervan?

was meinen Sie dazu?