Dutch » German

over·we·ging <overweging|en> [ovərweɣɪŋ] N f

2. overweging (overpeinzing):

her·ove·ren <heroverde, h. heroverd> [hɛrovərə(n)] VB trans

ver·ove·ring <verovering|en> [vərovərɪŋ] N f

her·eni·ging [hɛrenəɣɪŋ] N f geen pl

2. hereniging (verzoening):

ver·voe·ging <vervoeging|en> [vərvuɣɪŋ] N f

tang·be·we·ging <tangbeweging|en> [tɑŋbəweɣɪŋ] N f

vak·be·we·ging [vɑɡbəweɣɪŋ] N f geen pl

1. vakbeweging (de vakorganisaties):

2. vakbeweging (streven om zich te organiseren):

her·ope·nen <heropende, h. heropend> [hɛropənə(n)] VB trans

jeugd·be·we·ging <jeugdbeweging|en> [jøxtbəweɣɪŋ] N f

voort·be·we·ging [vordbəweɣɪŋ] N f geen pl

ver·ple·ging [vərpleɣɪŋ] N f geen pl

1. verpleging (het verplegen, verpleegd worden):

Pflege f

troe·pen·be·we·ging <troepenbeweging|en> [trupə(n)bəweɣɪŋ] N f

vrou·wen·be·we·ging [vrɑuwə(n)bəweɣɪŋ] N f geen pl

vei·lig·heids·over·we·gin·gen [vɛɪləxhɛɪtsovərweɣɪŋə(n)] N pl


Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski