Dutch » German

open·lig·gen <lag open, h. opengelegen> [opə(n)lɪɣə(n)] VB intr

1. openliggen (geopend liggen):

2. openliggen (onbeschut liggen):

3. openliggen (zichtbaar zijn):

open·sprin·gen <sprong open, i. opengesprongen> [opə(n)sprɪŋə(n)] VB intr

ope·nings·uren [opənɪŋsyrə(n)] N

openingsuren pl → openingstijd

See also openingstijd

ope·nings·tijd <openingstijd|en> [opənɪŋstɛit] N m

open·leg·gen <legde open, h. opengelegd> [opə(n)lɛɣə(n)] VB trans

1. openleggen (geopend neerleggen):

open·doen1 <deed open, h. opengedaan> [opə(n)dun] VB intr (iem binnenlaten)

open·ba·ren <openbaarde, h. geopenbaard> [opə(n)barə(n)] VB trans

open·ha·len <haalde open, h. opengehaald> [opə(n)halə(n)] VB trans

open·la·ten <liet open, h. opengelaten> [opə(n)latə(n)] VB trans

1. openlaten (geopend laten):

auflassen inf

open·ma·ken <maakte open, h. opengemaakt> [opə(n)makə(n)] VB trans

open·bre·ken1 <brak open, h. opengebroken> [opə(n)brekə(n)] VB trans (met geweld openen)

open·hou·den <hield open, h. opengehouden> [opə(n)hɑudə(n)] VB trans

1. openhouden (zorgen dat iets niet dichtgaat):

aufhalten inf

open·val·len <viel open, i. opengevallen> [opə(n)vɑlə(n)] VB intr

2. openvallen (vacant raken):

open·vou·wen <vouwde open, h. opengevouwen> [opə(n)vɑuwə(n)] VB trans

ope·nings·tijd <openingstijd|en> [opənɪŋstɛit] N m


Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski