Dutch » German

dorst2 VB form

dorst → durven

See also durven

na·dorst [nadɔrst] N m geen pl

gerst [ɣɛrst] N f geen pl

ge·doe [ɣədu] N nt geen pl

2. gedoe (drukte):

Trubel m
Wirbel m
Zirkus m inf
Theater nt inf

ge·do·gen <gedoogde, h. gedoogd> [ɣədoɣə(n)] VB trans

2. gedogen (mogelijk maken):

ge·do·ken VB

gedoken → duiken

See also duiken

dui·ken <dook, i. gedoken> [dœykə(n)] VB intr

1. duiken (zich onder het water begeven):

2. duiken (zich in iets verbergen):

3. duiken (zich snel naar de grond begeven):

duiken SPORTS

korst <korst|en> [kɔrst] N f

voorst2 [vorst] ADJ (zich vooraan bevindend)

in·borst [ɪmbɔrst] N f geen pl

ge·dacht VB

gedacht volt. deelw. van denken², denken³, denken⁴

See also denken , denken , denken , denken

den·ken2 <dacht zich, h. zich gedacht> [dɛŋkə(n)] VB wk ww

ge·dempt [ɣədɛmpt] ADJ

2. gedempt (dichtgegooid):


Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski