Dutch » German

ge·daan·te <gedaante|n, gedaante|s> [ɣədantə] N f

2. gedaante (verschijning, beeld):

ge·den·ken1 <gedacht, h. gedacht> [ɣədɛŋkə(n)] VB trans

1. gedenken (eraan terugdenken):

(zurück)denken an +acc

2. gedenken (in gedachtenis houden):

gedenken +gen

3. gedenken (nooit vergeten):

ge·dekt [ɣədɛkt] ADJ

2. gedekt muz.:

5. gedekt (gevrijwaard tegen risico):

ge·dempt [ɣədɛmpt] ADJ

2. gedempt (dichtgegooid):

ge·denk·te·ken <gedenkteken|s, gedenkteken|en> [ɣədɛŋktekə(n)] N nt

ge·de·pu·teer·de <gedeputeerde|n> [ɣədepyterdə] N m (lid van Gedeputeerde Staten)

ge·de·ti·neer·de <gedetineerde|n> [ɣədetinerdə] N m en f

ge·de·gen [ɣədeɣə(n)] ADJ

1. gedegen (grondig):

2. gedegen (metalen):


Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski