Dutch » German

ge·kor·ven VB

gekorven volt. deelw. van kerven¹, kerven²

See also kerven , kerven

ker·ven2 <kerfde/korf, h./i. gekerfd/gekorven> [kɛrvə(n)] VB intr

1. kerven (snijden):

2. kerven (vezelig worden):

ker·ven1 <kerfde/korf, h. gekerfd/gekorven> [kɛrvə(n)] VB trans

1. kerven (inkepen):

2. kerven (uitsnijden):

ge·kant [ɣəkɑnt] ADJ

ge·klet·ter [ɣəklɛtər] N nt geen pl

ge·ko·zen VB

gekozen volt. deelw. van kiezen¹, kiezen²

See also kiezen , kiezen

kie·zen2 <koos, h. gekozen> [kizə(n)] VB intr

ge·kerm [ɣəkɛrəm] N nt geen pl

gek·ken <gekte, h. gegekt> [ɣɛkə(n)] VB intr

ge·kras [ɣəkrɑs] N nt geen pl

1. gekras (op papier, instrument):

Kratzen nt
Gekratze nt inf

2. gekras (vogels):

ge·kund VB

gekund volt. deelw. van kunnen², kunnen³

See also kunnen , kunnen , kunnen

kun·nen2 <kon, h. gekund> [kʏnə(n)] VB trans

ge·klets [ɣəklɛts] N nt geen pl

1. geklets (geleuter):

Geschwätz nt inf
Gefasel nt inf
Gequatsche nt inf

ge·knipt [ɣəknɪpt] ADJ

ge·kreun [ɣəkrøn] N nt geen pl

ge·kruid [ɣəkrœyt] ADJ

1. gekruid (pikant):

2. gekruid fig:

ge·kruld [ɣəkrʏlt] ADJ

1. gekruld (krullend):

Locken-

2. gekruld (krulsgewijze gebogen):

ge·kuist [ɣəkœyst] ADJ

ge·kan·ker [ɣəkɑŋkər] N nt geen pl


Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski